Reformatie
“Maar tegen de koning van Juda, die u gestuurd heeft om de HEERE te raadplegen, tegen hem moet u dit zeggen: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Wat betreft de woorden die u gehoord hebt – omdat uw hart week geworden is en u zich voor het aangezicht van de HEERE vernederd hebt, toen u hoorde wat Ik tegen deze plaats en de inwoners ervan gesproken heb, dat ze tot een verwoesting en vervloeking zullen worden, en omdat u uw kleren gescheurd en voor Mijn aangezicht gehuild hebt – daarom heb Ík u ook verhoord, spreekt de HEERE.” (2 Koningen 22:18,19)
Het was een donkere, droevige tijd toen de achtjarige Josia de troon van David beklom. Zijn vader Amon, die van het dienen van de Heere niets wilde weten, had het land in erbarmelijke toestand achtergelaten. Het was werkelijk waar in alle opzichten triest gesteld. Dieper kon het niet afzakken. Het volk diende de Baäls en de Astaroth en in het dal Ben-Hinnom rookten de altaren ter ere van de Assyrische afgoden. Het volk had de Heere de rug toegekeerd. In die situatie treedt de achtjarige Josia aan.
Of er nog enige positieve invloed van zijn moeder Jedida op Josia is geweest, weten wij niet. Zij is voor ons een onbekende gebleven. Echter als ergens duidelijk wordt dat de genade van God wonderlijk is en God in Zijn genade wonderlijk werkt, dan toch hier! Want we lezen van Josia dat hij in het achtste jaar van zijn regering, toen hij nog een jonge jongen was, de God van zijn (voor)vader David begon te zoeken. Dit wordt dus gezegd van de zestienjarige Josia. Wat een zegen is dát!
Op de startzondag jl. hebben we samen opgemerkt dat er ook in onze dagen –zo lijkt het althans– heel wat jongeren zijn die de Heere weer beginnen te zoeken. Waar de voorgaande generaties alles wat met God en kerk te maken had, niet meer nodig meenden te hebben en dus overboord gooiden, nemen we nu iets waar dat ons verwonderd doet staan en ook hoopvol mag stemmen. Jongeren zoeken weer naar houvast. En in hun zoektocht weten een heel aantal van hen (Goddank!) de kerk en vooral de God van de kerk weer te vinden. Hun ogen zijn ervoor opengegaan dat geen ‘zaligheid’ bij de mensen te verkrijgen is, maar wél bij de God van de Bijbel, bij de God van David. Evenals Josia!
Het doet Josia ondertussen –dat kan niet anders– groot verdriet om te zien hoe het met zijn land en volk gesteld is. Wie zou niet huilen! Zo’n groot verval en zo’n gigantische afval. Maar als jonge jongen gaat hij op zoek naar mogelijkheden tot herstel. En niet zonder resultaat! Want op zesentwintigjarige leeftijd was de restauratie van de in verval geraakte tempel te Jeruzalem reeds in volle gang. Josia maakte van dit herstel een nationale zaak. Overal vandaan, ook vanuit het tienstammenrijk, wist hij geld voor dit enorme project in te zamelen. En het mooie is, niet alleen kwam er een stroom van financiële steun op gang, ook waren er steeds meer volksgenoten die hun handen uit de mouwen wilden steken. Er kwam dus echt iets op gang…
Op zekere dag werd er bij de restauratie uit een verborgen plaats in de tempel een oude wetsrol gevonden. Het bleek te gaan om het oude wetboek van Mozes. De hogepriester Hilkia wist niet hoe snel hij met deze vondst naar Safan, de schrijver van de koning, moest gaan. Safan op zijn beurt brengt het gevonden wetboek direct naar koning Josia en leest deze desgevraagd aan hem voor. De inhoud van de wetsrol deed koning Josia beven. Want het wetboek sprak van rijke zegeningen, maar ook van oordelen en gerichten die God zou brengen over Zijn volk als zij Hem en Zijn wegen zouden verlaten. Josia besefte: ik en mijn volk, we staan schuldig ten opzichte van de Heere. Zoals Ezra en Daniël het vele jaren later ook zullen zeggen: Wij hebben gezondigd, wij en onze vaders.
Onze tekst zegt dat het hart van Josia week werd en dat hij zich vernederde voor de HEERE en dat hij als uiting van diep verdriet over de schuld voor de HEERE zijn kleren scheurde en dat hij huilde voor het aangezicht van God. Kort samengevat: Josia werd vervuld met een diep berouw voor God! Zijn hart scheurde in tweeën vanwege de ontrouw en zonden. En in die situatie stuurt hij vervolgens een hulpvraag uit naar de profetes Hulda. Een profetes? Ja. Dat zien we wel vaker in de Schrift. Als er in tijden van diep verval bijna geen mannen meer zijn die de Heere dienen, dan beschikt en bedient God zich van gelovige vrouwen. En deze Hulda mag namens de Heere een bemoedigende boodschap brengen. God zal zo lang Josia leeft het oordeel over land en volk nog opschorten. Van zijn zesentwintigste tot zijn negenendertigste jaar heeft Josia zijn leven gewijd aan de reformatie van zijn volk. Het land werd van de afgoden gezuiverd. Het Paasfeest werd weer gevierd zoals het in geen jaren meer was gevierd.
Op 31 oktober denken wij aan de hervormer Maarten Luther. Ook in zijn dagen was de Bijbel een vergeten boek. Toen Luther dat Woord vond in de bibliotheek van het klooster te Erfurt, was dat ook voor Luther (net als voor Josia) een aangrijpend ogenblik. Want daarin las hij van zonde en genade, van schuld en verzoening. Maar toen ging voor hem het vertroostende licht van Gods genade op, namelijk dat er redden aan is. En wél door geloof alleen! Het werd het definitieve begin van een rijk leven in dienst van de Heere en het vormde tevens het begin van de reformatie van de kerk. Want waar het geloof het voor
’t zeggen krijgt, daar kun je ’t bij het zondige niet meer uithouden.
Ik ben er diep van overtuigd dat zulke dingen ook vandaag gebeuren. Ook in deze donkere 21ste eeuw. Daar waar Gods Woord uit vergeten hoeken en vanonder het stof vandaan komt en met een heilig verlangen gelezen wordt… dáár zal ook anno 2025 blijken dat het Woord van God een kracht van God is tot zaligheid! En dan kan het zomaar gebeuren dat zestienjarigen en zesentwintigjarigen, dat jonge mannen en vrouwen de Heere weer van harte willen gaan dienen. Dan kan het zomaar gebeuren dat de Heere op wonderlijke wijze van hen gebruik wil maken ten dienste van Zijn koninkrijk.
Néé, dat doet God niet op grond van een Josia die zijn kleren scheurde of vanwege een Luther die zich tot God bekeerde. Maar dat doet God op grond van Zijn eigen liefde. “Want zó lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden.” Wie op deze grond aanspraak maakt en berouwvol voor God door de knieën gaat, die zál van God genade ontvangen. Dat is de rijk inhoud van het Evangelie van alle tijden. Ook in donkere tijden. Laten we zó bidden om een Reformatie. Allereerst in ons eigen hart, maar ook om een Reformatie in de kerk, voor ons land en volk, in deze wereld. In Israël en onder ál de volken!
Ds. G. van den Berg
Eerder verschenen meditaties
Heimwee
Het profetische woord
Pinksterfeest
Paasbeweging
Goud dat steeds meer gaat
Doe mij recht Heere
De jongensjaren van Jezus
Spreek, want Uw dienaar luistert
Advent: Kop d'r veur
Houd vast aan de leuning
Blijf vertrouwen
Dat je groeien mag
Uitzien naar de zomer
Goed saamgevoegd
Hoe kom je tot Jezus
Pasen en Pinksteren
Jezu, meines Todes Tod
Het doelgerichte leven
Johannes de Doper
Engelbewaarder
Verlangen naar opwekking
Waarom spreekt U tot hen door gelijkenissen?
Leren van een Zwitserse chocolatier
Een handvol rust
Gelijkenissen over het Godsrijk
De-doe-het-zelf-route
Te mooi om niet waar te kunnen zijn
Dit is Jezus de koning van de joden
Een 'moeten' om voor ons te boeten
Vast & (ver)zeker(d)
De geboren Zaligmaker
De knai'n boeg'n
Op zoek naar perspectief
Enthousiasme gezocht
Op adem komen
Leve de Koning
Markus 16 : 9 - 16
Droevig en anstig
Soli Deo Gloria
Wandel door de Geest (2)
Wandel door de Geest
In de nacht
De leer van Bileam
Wie kan dan zalig worden
Hij is (...)
Als schepen die samen opvaren
We kunnen zoveel voor elkaar betekenen
Lijden wij
Uw aangezicht
God, de Heer is Zon en Schild
Iets voor elkaar betekenen
Bewaren
Kerstfeest in Coronatijd
Covid-19
Psalm 27
Verootmoediging en bekering
Als een duif
Het grote Babylon gevallen(?)
Moeite en verdriet
Het evangelie in een notendop
Hoop in de schaduw van de Onstwedder toren
Een belofte voor onderweg
En waaraan heb ik dit te danken ...
Een vruchtdragend leven
Mijn hulp is van de Heere
Gebed om leiding
De Heer waakt over zijn Woord
De Kamerheer belijdt zijn geloof
Spotten met de opstanding
De Paasvreugde van Paulus
Veel vrucht
Een goed begin
God zal zeker naar jullie omzien
Tel uw zegeningen
Ik ben tevreden
Biddend uitzien naar regen
De schat in de akker
Het weggaan van Paulus
Hemelvaart
Gods aangezicht
Satan in actie
Is deze niet de Christus?
Ken Hem in al uw wegen
Een dokter met een goed bericht
Kwaad over Gods blijdschap
De schat in de akker
Als een arend
Trouwe Kerkgang
Gods Vaderlijke hand
Mij is gegeven alle macht
Het Lam van God zien
Zacheüs
Gerechtigheid uit het geloof
Leven in het licht
De wijze les van de mier
Dromen van zeven koeien
De duif met een olijfblad
De ram in de plaats van Izak
Verlangen naar varkensvoer
De sprekende ezelin
Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda
Jona in de vis
De haan kraaide
De hondjes
De mus en de zwaluw
Mijn God zal voorzien
Die mij kracht geeft
Winst en verlies
Onbezorgd leven
Werkelijk vrij
Wijs tot zaligheid
Als broeders samenwonen