Het weggaan van Paulus

Tekst:
En zo is Paulus uit hun midden weggegaan.
Hand. 17: 33

Op de heuvel van Ares, de oorlogsgod, heeft Paulus het Evangelie van de vrede verkondigd.  Er zijn in de loop der tijden door evangeliedienaren heel wat wonderlijke kansels beklommen, maar het komt mij niet voor, dat iemand van hen op zo'n vreemdsoortige plaats gestaan heeft als Paulus. Een plaats gewijd aan de god van de oorlog en bovendien voor een gehoor, gewijd aan de goden van wijsheid en wetenschap. We zijn in spanning, hoe zal dit aflopen? Boven de meditatie staat het geschreven. Paulus is bij hen vandaan gegaan. Er was bij hen geen plaats voor hem. Zijn intrede was tevens zijn afscheid. Misschien hebben zij zich even hatelijk uitgedrukt als hun collega van nu: 'Geef mijn portie maar aan Fikkie'. Zeker is het dat ze hem hebben uitgelachen. Er staat immers geschreven dat sommigen begonnen te spotten. Dat is voor een dienaar van het Evangelie zwaar om te verdragen, zoals het voor een ieder zwaar is om na zijn welgemeende woorden bespot te worden. Het is vernederend. Je kunt misschien nog beter uitgescholden of geslagen worden. Het ergste is echter dit, dat ze hiermee in de eerste plaats Hem grieven, die deze boodschapper tot hen gezonden heeft. Hem verwerpen zij. We lezen daarom achter de woorden: 'en zo is Paulus uit hun midden weggegaan' dit: 'en zo is God uit hun midden weggegaan'. Dwaalt niet geliefden. God laat zich niet bespotten. Hij gaat uit het midden van hen die hun wetenschap niet willen inruilen voor het geloof.

Maar, en let daar goed op, dit geldt niet alleen voor de wijze en spitse Atheners uit Paulus dagen, maar dit geldt evengoed u en mij. Het geloof is immers geen stuk logica, waarbij ons verstand uitmaakt wat kan en wat niet kan. En toch blijkt uit de praktijk dat we allen geneigd zijn het zo te beschouwen. Redeneren en debatteren, zonder onszelf te verliezen, dat ligt ons. Is het onderwerp daarbij nog 'godsdienstig' dan is het dubbel gevaarlijk en misleidend, want dan maakt de duivel ons wijs, dat we "geestelijk' bezig zijn. Paulus rede is geen wetenschappelijk vertoog, geen inaugurele rede, het is een preek, en een preek vraagt een beslissing, een keuze, of anders gezegd, een preek vraagt om bekering. Het is: 'alzo spreekt de Here ....' Sommige Atheners worden kriebelig door zulk een gezaghebbend spreken. Deze klapper stelt geen aarzelende vragen, scharrelt niet tastend en krabbelend tussen de klippen door, nee hij poneert met grote zekerheid, dat zij tot nu toe in onwetendheid verkeerd hebben, doch dat hij ja uitgerekend hij, hun de enige ware wijsheid verkondigt. Botweg hem uitlachen willen zij niet. Wat dan? Zichzelf gewonnen geven en aanvaarden wat hij daar zegt? Ze weten een betere uitweg, bovendien erg fatsoenlijk en beleefd. "Wij zullen u wederom hiervan horen'. Zo sturen wij ook de reiziger weg, van wie we niets kopen willen. 'Weet u wat, komt u nog eens langs' of 'ik zal u nog wel eens schrijven' of 'ik zal het noteren, mocht ik iets nodig hebben, dan hoort u nog wel van mij'. Ja, ja,  erg beleefd en het heeft het zoete van de beruchte derde weg, doch uit hun midden gaat Paulus weg. Bij ons zijn er ook altijd van die uitstellers, van die schuivers, die de tijd nog hebben om het alles nog eens rustig te overdenken, om het eens te laten 'bezinken'. Laat ze maar schuiven, die schuivers, ze weten hun weetje en ze spreken hun woordje, ze zijn zo glad. Denk nu niet, dat Paulus zo dom was, dat hij ze niet begreep. Denk nu niet, dat de Here hun harten niet kende. Hij gaat uit het midden van hen, en of Hij ooit tot hen is wedergekeerd, wij weten het niet, want God is barmhartiger dan wij en misschien mocht Dionysius, de bekeerde Areopagiet het hun wederom doen horen. Mogen wij echter daarvan uitgaan? Of daarop rekenen? Stellig niet. Dit Woord zullen wij moeten handhaven in alle ernst: 'en zo is Paulus uit hun midden weggegaan'. En nu weet ik dat sommigen zich zullen afvragen of het Woord Gods nu ledig tot de Here is wedergekeerd en of de arbeid van Paulus volstrekt vergeefs was, maar tot hen mag ik zeggen: 'Lees eens even verder, waar geschreven wordt over hen die Paulus niet alleen konden laten gaan'. God zorgt voor zijn eigen werk, en al is het dan misschien niet zo groot en zo indrukwekkend als wij vaak begeren, de Heilige Geest deed het Woord ingang vinden in harten die van nature gesloten waren, als die van de overige Atheners. Wij zoeken het zo dikwijls in het grote en het vele. Wij zijn zo dikwijls uit op succes, de kwantiteit betekent voor ons meer dan de kwaliteit. In het Koninkrijk van God is het niet zo. De massa blijft achter op de heuvel van Ares, het overblijfsel van de genade beklimt de berg Sions, de berg van de vrede. Zij hangen Paulus aan als hij weggaat terwijl zij, evenals Mozes, liever met het volk Gods kwalijk behandeld willen worden, dan tijdelijk de genietingen van de zonde te hebben.
Deed u/jij reeds de goede keuze?
Overgenomen uit Hervormd Onstwedde, juli 1963
Uw scriba