En waaraan heb ik dit te danken...
Tekst: Lukas 1 : 43
"En waaraan heb ik dit te danken dat de moeder van mijn Heere naar mij toe komt?"
Vier weken voor het kerstfeest begint de adventstijd. De tijd van voorbereiding op de komende kerstdagen. Maar niet alleen in de woordverkondiging worden wij herinnerd aan het komende feest, want de kranten staan al vol en de advertenties spreken over niets anders. Het woord "kerst" laat zich met vele woorden verbinden. Het wordt een soort vóórvoegsel: kerstboom, kerstaanbieding, kerstverpakking, kerstverlichting, kerstreis, kerstvakantie enz. Dat "kerst" heeft z'n eigenlijke betekenis al lang verloren. Wie denkt. eraan dat het een samenstelling is van de naam Christus? Raakt Hij Zelf niet zoek in al die kerstdrukte?
In Lukas 1: 43 vinden we ook zo'n samenvoeging van twee woorden maar daarbij staat de naam Christus wél centraal: Kerstverrassing! Het bezoek dat Maria aan Elizabeth bracht was toch een echte kerst-verrassing? Vanwaar komt mij dit? Waaraan heb ik dit te danken? Hoe valt mij dit te beurt? En er was al zoveel over haar gekomen, en er was haar al zoveel te beurt gevallen. Zij verwachtte een kind, in haar ouderdom. Ze herinnert zich zo goed dat moment dat haar man, de priester Zacharias was thuisgekomen van z'n tempeldienst. Elizabeth denkt nog aan haar verlangend uitzien. Hij zou haar vertellen over zijn eerste en enige dienst in het heilige van de tempel. Stralend was hij thuisgekomen, maar stom. Toen het leitje, zijn zenuwachtig geschrijf: Engel Gabriël - gebed verhoord - kind - Johannes! Langzaam maar zeker heeft ze het begrepen. Hoe overkomt mij dit? Langzaam maar zeker groeide haar kind. Vanwaar komt mij dit? Maar nu. Maria komt. De moeder van haar Heere komt. Elizabeth weet het en voelt het.
De Heilige Geest maakt het haar bekend en haar ongeboren kind stemt er mee in. Maria, die jonge vrouw daar voor haar is de moeder van haar Heere. Daarmee doet ze belijdenis van haar geloof. Heere, Christus de Heere. Mijn Heere en mijn God. kerstfeest is het feest van de komst des Heeren en wat er in het huis van Zacharias plaats grijpt is daar een voorspel van. De Heere had het beloofd. Ik kom. Ik kom om u te verlossen. Ik kom om onder u te wonen.
Advent - Komst. Hij komt eraan. Hij komt naar ons toe. Hij komt tot ons over.
Nee, God stuurt niet iemand, maar Hij daalt Zelf neder. Het werd een feestelijke ontvangst daar in het huis van Zacharias en Elizabeth. Het werd feest; Christusfeest, want de moeder des Heeren kwam. We moeten zeggen: eigenlijk kwam de Heere Zelf bij Elizabeth, Zijn eerste bezoek. En dan wordt het hele Evangelie samengevat in twee woorden. Heel de inhoud van de blijde
boodschap in vijf letters: TOT MIJ! Zij viert al kerstfeest. Want echt feest kunnen we vieren als we er van verzekerd worden en er over verwonderd raken: Hij tot mij! In de wereld, dat is nog vrijblijvend. In de gemeente, dat is nog op een afstand. Tot mij; dan raken we er bij betrokken. Zou dat niet de kerstverrassing bij uitnemendheid zijn? Is dat ook niet het hart van de verkondiging: U is heden geboren. Wie ben ik en wat had ik verdiend. En nu dit! Vanwaar? Wat een wonder! We kunnen breed uitweiden over de vleeswording van het Woord. Er zijn hele theorieën ontwikkeld en dikke boeken geschreven over: ontvangen van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria. Het is beleden, verdedigd, bestreden, ontkend en noem maar op. Het is ..... een wonder Gods, zullen we er af blijven? Het is toch een geloofsbelijdenis. Geloof Zijn heil- en troostrijk Woord. Maar zolang dat "tot mij" erbuiten blijft, dan wordt het nooit feest. We hebben allemaal, in meerdere of mindere mate zo onze voorbereidingen voor de kerstdagen: bezoeken of uitnodigingen, inkopen en plannen, vieringen en kerkdiensten, maar als we de verwondering over dit wonder missen, komt dit overweldigende gebeuren van Gods nederbuigende goedheid niet tot z'n recht en doen wij de Heere tekort. En we mogen ons feestelijk kleden en feestelijke liederen zingen, maar als het "tot mij" ontbreekt, zal het geen kerstfeest worden. We bidden elkaar toe dat het FEEST wordt!
Ds. N. Noorlander