Wijs tot zaligheid

Tekst: 2 Timotheüs 3 : 15
En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.
                
Thema: Wijs tot zaligheid
We vinden de Bijbel een belangrijk boek. We noemen de Bijbel terecht het Woord van God. In elke eredienst wordt er daaruit gelezen. In de prediking komt de uitleg van dat gedeelte. Thuis lezen we uit de Bijbel rond de maaltijd. Door de jaren heen hebben we heel wat kennis van de Bijbel mee gekregen. Niet alleen van Timotheüs, maar ook van vele lezers kan gezegd worden, dat we van onze kinderjaren af de heilige Schriften geweten hebben.
Hebben we de Bijbel ook begrepen? We ervaren dat de Bijbel helemaal geen gemakkelijk boek is. Waar gaat het over? Wat is het punt dat de Bijbel in dat gedeelte wil maken? Wat kunnen we daarmee? Er zijn ook mensen die het nodige weten van de Bijbel, zonder dat ze dat een plaats kunnen geven in hun leven.
Paulus schrijft in zijn brief aan Timotheüs over de bijzondere betekenis van de Bijbel. Deze kan ons wijs maken tot zaligheid. We krijgen hiermee een heel belangrijke aanwijzing hoe we de Bijbel met zegen kunnen lezen. De Bijbel wijst ons de weg naar de zaligheid. Daarmee is de Bijbel anders dan alle andere boeken, die we in de wereld kunnen vinden. Hier hebben we het bijzondere karakter van de Bijbel. Wie alleen de Bijbel maar leest om kennis op te doen over de geschiedenis van het volk Israël, kennis over de God van Israël, het leven van Jezus of het ontstaan van het christendom komt nog niet zoveel verder. De Bijbel draagt een persoonlijk gericht karakter. De Bijbel wil mij wijs maken tot zaligheid.

Wat is dat, zaligheid? Dat is de redding van ons mensen door God. We komen hiermee bij het hart van de Bijbel. God komt ons zalig maken. Hij gaat ons gelukkig maken, Hij gaat ons nieuw maken. Door de Bijbel kom ik in contact met God en het machtige grote, dat Hij in het leven van anderen en van mij bewerkt. Hij geeft leven, eeuwig leven. Die redding is in dit leven nog steeds ten dele. Die redding zal straks volkomen zijn. De zaligheid geeft God door het geloof in Jezus Christus, de Zaligmaker. Dat is de spits van de Bijbel. Heel het Woord van God is er op gericht om mij steeds weer en meer te brengen tot het geloof in de Zaligmaker. Het is geweldig boeiend om zo te gaan lezen. Wat zegt dit gedeelte mij, over het geloof in de Zaligmaker? We krijgen dan onderwijs voor de vele terreinen van het leven. Wij begrijpen dan ook als Paulus in het vervolg zegt, dat de Schrift nuttig is tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing in de rechtvaardigheid en om ons toe te rusten.
Paulus bindt Timotheüs en ook ons op het hart, om dicht bij het onderwijs van de Bijbel te blijven. Deze oproep heeft niets aan actualiteit verloren. We leven te midden van mensen, die vinden dat de Bijbel een gepasseerd station is. De Bijbel, het geloof in Jezus Christus en het samen kerk zijn, zijn in hun ogen achterhaald. Vele anderen zijn op zoek naar houvast en richting in hun leven. We leven in een wereld, waarin vele meningen en opvattingen naar ons toe komen. Waar word ik beter van? Wat is waarheid? En wat is morgen weer achterhaald? Is er wel waarheid? We kunnen daardoor in verwarring komen. Het gevolg is dat mensen gaan lijken op een bootje, dat heen en weer dobbert op de golven van de zee.

De Bijbel maakt mij wijs tot zaligheid. De Bijbel is een gids voor ons leven, een staf om op te leunen. Wie deze spits van de Bijbel ontdekt, krijgt interesse in de Bijbel. Wat zegt de Schrift voor ons vandaag, voor mij? Er komt honger naar het Woord en de verkondiging. Daar willen we meer van weten. We willen toegerust worden. Zo worden we bewaard voor misleiding op allerlei terrein, voor verkeerde keuzes en wegen.

Hebben we door de omgang met de heilige Schrift ook die zaligheid geproefd en beleefd? Door het lezen van en het luisteren naar de Bijbel werkt de Heilige Geest in ons hart en leven dat wonder. We gaan ervaren dat die zaligheid realiteit is en wordt. Wie zijn vertrouwen stelt op Jezus Christus, merkt dat Hij leeft en dat wij leven door Hem.

‘k Zal Uw geboôn, die ik oprecht bemin,
Mijn hoogst vermaak, mijn zielsgenoegen achten;
Ik reken die mijn allergrootst gewin;
Ik grijp er naar en zal er heil uit wachten;
Ik heb ze lief en zal met hart en zin,
Al ’t geen Gij ooit hebt ingezet, betrachten.

Ds. J.M. Viergever