De leer van Bileam

Israël ~ Pergamus ~ Onstwedde

Israël te SittimRecent lazen wij aan tafel uit het Bijbelboek Numeri. De geschiedenis van Israël, Balak en Bileam. Balak, de koning van Moab, liet de befaamde Bileam van ver komen naar zijn regio. Bij Abel-Shittim heeft het volk Israël namelijk haar tenten opgeslagen. Het vormt één van de laatste ‘rustplaatsen’ van Israël op weg naar het beloofde land.



Met het oog daarop vraagt Balak aan Bileam om het volk Israël te vervloeken. De koning van Moab is uit op de vernietiging van Israël. Maar de HEERE laat het Bileam niet toe om Zijn volk te vervloeken. In plaats daarvan zorgt de HEERE ervoor dat Bileam Israël tot vier keer toe zegent. Koning Balak is vervolgens natuurlijk in alle staten. Hoewel Bileam duidelijk aangeeft dat hij Israël niet kan vervloeken omdat Israëls God dat niet toelaat, doet hij voor zijn vertrek koning Balak nog wel even fijntjes een suggestie: ,,Leg een struikelblok voor de Israëlieten neer. Verleid hen tot hoererij en tot het eten van offervlees dat geofferd is aan de afgoden.” (Openb. 2:14) Bileam wist: op die manier zou het volk Israël de toorn van God over zich heen roepen. Zo gezegd zo gedaan. ,,Israël verbleef in Sittim, en het volk begon hoererij te bedrijven met de dochters van Moab. Die nodigden het volk namelijk uit bij de offerfeesten aan hun goden. En het volk at én boog zich voor hun goden neer.” (Numeri 25:1) De mannen van Israël weten niet wat hun overkomt. Ná zo’n lange tijd van quarantaine (woestijntijd) gaan ze gretig in op de hartelijke uitnodiging en ze nemen het er goed van. Ze eten en drinken en genieten van het feestvieren. Dat het feesten zijn ter ere van de goden van Moab, nemen ze daarbij gemakshalve voor lief en ze eten met hetzelfde gemak van het vlees dat afkomstig is van de offers aan de afgoden. Vervolgens loopt het hele gebeuren uit in seksuele uitspattingen op grote schaal. De Israëlische mannen laten zich verleiden door aantrekkelijke jonge vrouwen uit Moab. Uit Numeri 25:9 blijkt dat maar liefst 24.000 mannen voor de bijl gaan.
 
Wat een klap in het gezicht van God! Wat een dolksteek in Zijn hart! Dit kan de HEERE niet over Z’n kant laten gaan. Hij straft het volk zwaar. En precies dáár was het Balak en ook Bileam om begonnen. Jazeker: ook Bileam! Want Bileam zegende dan wel het volk Israël, maar niet met een oprecht hart. Anders was hij niet met dit duivelse plan op de proppen gekomen.

Christus’ gemeente te Pergam

                                                                                                                                                                                                  
In Openbaring wordt deze geschiedenis aangehaald in de brief van Christus aan Zijn gemeente te Pergamus. Want wat is het geval: in de gemeente van Pergamus zijn er mensen ,,die zich houden aan de leer van Bileam”.  Wat daarmee bedoeld wordt is duidelijk. Bileam is het prototype van de dwaalleraar die een compromis sluit met het heidendom. En nu zijn er in de gemeente van Pergamus gemeenteleden die zeggen dat je naast de Heere God te dienen, als christen ook rustig je hoofd kunt buigen voor de heidense afgodsbeelden. Je kunt gewoon in de tempel van Trajanus een paar korreltjes offeren en met je mond zeggen: ‘De keizer is heer’. Dat doe je natuurlijk niet met je hart; dat meen je natuurlijk niet echt. Néé: in je hart zeg je natuurlijk ‘Jezus is Heer’. Als je daar maar aan vasthoudt, is er niks aan hand. En wat de heidense festiviteiten betreft: ach, daarin hoef je niet krap te kijken. Je mag toch ook wel van het leven genieten? Het leven – zeker het bestaan van een christen in een heidense omgeving – is toch al zo vaak zwaar. Kortom: deze gemeenteleden leven een dualistisch leven. Ze hinken op twee gedachten. Ze hebben een levenshouding gevonden van het ‘compromis’. Enerzijds volwaardig christen zijn, maar anderzijds en tegelijk ook toegeven richting de wereld. Wellicht vanuit de gedachte dat de boog niet altijd gespannen kan staan.

Johannes moet namens Christus de boodschap overbrengen dat de Heere van zo’n compromisgeloof niets moet hebben. ,,Dat haat Ik”, roept Christus uit in de brief! (Openb. 2:15) De christenen te Pergamus worden gewaarschuwd om nadrukkelijk niet mee te gaan in de gewoontes en opvattingen van de heidenwereld waarin zij leven. Daarmee brengen zij zichzelf (en evt. hun gezinnen etc.) in groot gevaar! Christus laat er dan ook direct op volgen: ,,Bekeer u. En zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal Ik tegen hen oorlog voeren met het zwaard van Mijn mond.” (vers 16) Want net als in Numeri 25 kan de HEERE ook van christenen in Pergamus een dubbelhartig, halfslachtig leven niet over Z’n kant laten gaan.  

Christus’ gemeente te Onstwedde
Het is niet voor niets dat de meditatie in dit kerkblad over Bileam en Pergamus gaat. De krant die ik jl. woensdagmiddag 13 oktober uit de brievenbus haalde is er o.a. de oorzaak van. Daarin trof ik namelijk een advertentie aan waarin een aantal “grote  muziekfeesten in Onstwedde”, “Live in een overdekte MuziekArena” wordt aangekondigd. Direct bekroop mij het gevoel: hier gaat trekkracht vanuit! Natuurlijk weet ik nog niet hoe zo’n evenement hier leeft. Maar het zou zomaar kunnen dat óók jongeren uit onze gemeente (christen-jongeren – gedoopte jongeren!) van plan zijn om hier naar toe te gaan. Alleen de uitnodiging al klinkt jonge mensen wellicht als muziek in de oren en het is nog gratis ook! Lekker een paar avonden even ‘los gaan’. Dat is ná de achterliggende lange quarantaine- en coronatijd toch heerlijk?! Dat moet toch kunnen?                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                          
   

Iedereen die dit leest: leg deze laatste vraag in gebed aan de HEERE voor en lees daarna nog eens de woorden van deze meditatie. De woorden van Christus aan Pergamus zijn mij dunkt duidelijk. Jezus had overigens al eerder duidelijk gezegd: ,,Niemand kan twee heren dienen.” (Matth. 6:24a) Praat alstublieft binnen de gezinnen met elkaar over de inhoud van deze meditatie door. En mocht iemand hierover met mij in gesprek willen, dan kan dat. Voor de jongelui is hiervoor de ruimte op de eerst volgende catechisatieavond. Maar ook voor een 1-op-1 gesprek staat de deur van de pastorie open.   
 
Ds. G. van den Berg