God zal zeker naar jullie omzien

Tekst: Genesis 50 : 24

“En Jozef zei tegen zijn broers: Ik ga sterven, maar God zal zeker naar jullie omzien en jullie uit dit land laten trekken naar het land dat Hij gezworen heeft aan Abraham, Izak en Jakob.”

Thema: “God zal zeker naar jullie omzien.”

De weken voor kerst noemen we de weken van Advent. Hij komt, Hij komt. In de kerk staan we stil bij de gebeurtenissen die direct voorafgaan aan de geboorte van de Heere Jezus in Bethlehem. Het eerste hoofdstuk van Lucas heeft hierbij een belangrijke plaats. We lezen ook over de beloften van en de hoop op de komende Messias in het Oude Testament.
Een van de teksten waarin deze belofte en hoop doorklinkt vinden we in de tekst van de overdenking. Bij deze tekst willen we samen stilstaan.
In de tekst ontmoeten we Jozef, een van de zonen van Jakob. Jozef is inmiddels op hoge leeftijd gekomen, en hij weet dat zijn levenseinde nadert. In zijn leven is er veel gebeurd. Op jonge leeftijd werd hij door zijn broers verkocht als slaaf en kwam hij terecht in Egypte. Daar werd hij later onderkoning naast de farao. In de periode van grote hongersnood kon hij zijn familie voor de ondergang bewaren en kwamen ze wonen in het land Egypte. Nu Jozef zijn levenseinde nabij weet gaat hij een aantal dingen regelen. Eén daarvan is het toespreken van zijn broers. Hij benadrukt dat God zeker naar hen zal omzien.

Een lange tijd heeft Jozef daar aan meegewerkt. Hij was dat ook bewust. Door zijn plaats als onderkoning zorgde hij voor zijn broers en hun nakomelingen. Door zijn positie en invloed heeft hij Gods zorg zichtbaar en tastbaar gemaakt. Maar hoe zal dat gaan als Jozef niet langer onderkoning is? Wat zal van die beschermde positie overblijven? Jozef had de nodige politieke ervaring. Er komt na hem een andere onderkoning en ook een ander regeringsbeleid. Was de plaats van zijn familie dan wel veilig? Het begin van het Exodus laat zien dat dit niet vanzelfsprekend is gebleven. De oude Jozef verzekert zijn familie: God zal naar jullie blijven omzien. Dit omzien krijgt een bijzondere spits. Eenmaal zullen ze uit Egypte weer vertrekken, eenmaal zullen ze op reis gaan naar het beloofde land, het land Kanaän.

God zal zeker… Met zekerheid over God spreken. Daar kan je jaloers op zijn. Kan dat vandaag ook nog? Er verandert zoveel, alles lijkt in beweging. Waar had Jozef die zekerheid vandaan? Hoe kon hij zo zeker over God spreken? Die zekerheid begint met de beloften van God aan Abraham, Izak en Jakob. Die zekerheid ligt in het waar maken van die beloften door God in hun levens. De trouw van God heeft Jozef ook in zijn eigen leven opgemerkt. Zijn dromen, Gods dromen zijn uitgekomen. Daarom kan hij in vol vertrouwen over hun God spreken tot zijn familie. Zoals de Heere naar Jozef heeft omgezien, zo zal Hij ook blijven omzien naar hen. De belofte van Gods omzien gaat over het gaan naar beloofde land. Tegelijk gaat deze belofte ook verder. Eenmaal zal uit het nageslacht van Abraham de grote Koning komen, de Heere Jezus. In Jozefs leven zien we Zijn contouren: Door de vernedering naar de verhoging. Hij zal een groot volk in leven houden. Hij zal de zonde en de dood overwinnen en het leven geven tot in eeuwigheid. God zal zeker naar jullie omzien.
We zien ook de uitwerking van deze belijdenis. Met het oog op de God van het verbond gericht kan Jozef in vrede heengaan. Hij mag zich geborgen weten bij deze God. Hij zal over het nageslacht van de aartsvaders waken en Zijn plan met hen uitvoeren. Zo kan Jozef ook sterven. We weten dat de broers van Jozef met hun kinderen deze woorden van Jozef hebben bewaard en doorgegeven. Anders hadden we ze niet in de Bijbel gelezen. Deze woorden gaven hen hoop voor de toekomst. God zal zeker naar hen omzien.
Advent 2018. Ik wil u de volgende vraag aan u en jou persoonlijk stellen: Kan u, kan jij het Jozef nazeggen “God zal zeker naar jullie omzien?” God heeft een plan met mijn en ons leven voor de toekomst? Het is goed om de tijd te nemen om deze vraag op ons in te laten werken. De laatste maand van het jaar is ook een maand van bezinning. Wat heeft het jaar dat achter ons ligt gebracht? Welke wegen zijn we door de jaren heen gegaan? Waar staan we? Waar gaan we naar toe? Een van de gevaren van onze tijd is dat we alleen maar bezig zijn met het hier en nu van ons leven. Een ander gevaar is dat we alleen maar bezorgd kijken naar de wereld om ons heen. Het grote gevaar van deze tijd is dat we God uit het oog en het hart verliezen. Dan zijn we alleen op ons zelf en elkaar aangewezen.

God ziet naar ons om. Dat is de kern van het kerstevangelie. Immanuël, God met ons. Dit omzien krijgt een bijzonder gezicht. Hij geeft Zijn enige Zoon. Alzo lief heeft God de wereld gehad. Wie heeft meer naar ons omgezien dan de Heere Jezus? De evangelisten tekenen Zijn onderwijs, Zijn tekenen, Zijn overgave aan het kruis tot verzoening van onze zonden en Zijn opstanding.
Advent. Dat is de tijd van voorbereiding op de komende kerstdagen. Wat verwacht ik van God? Wat mag ik verwachten? Waar kijk ik naar uit? Jozef komt ons helpen om daar een antwoord op te geven. God zal zeker omzien. Dat ontdekken we op elke bladzijde van de Bijbel. God heeft naar mensen omgezien. Dit omzien is niet gestopt met de komst van Christus. Dit omzien gaat door tot de voleinding. God zal blijven omzien, door Jezus Christus, ook naar ons.

Lof zij de God van Israël,
Den Heer, die aan Zijn erfvolk dacht.

Ds. J.M. Viergever