De-d0e-het-zelf-route


De-doe-het-zelf-route
Er zijn mensen die zeggen: de woorden “Ik ben de Weg” moeten we zó verstaan dat Christus ons een goede leer en goede geboden gegeven heeft en daarbij heeft Hij ons Zichzelf als het goede voorbeeld gegeven. En als we ons nu daaraan houden en die doen, dan bewandelen wij de rechte weg naar de hemel. Op deze manier wordt Christus tot een zuivere Mozes gemaakt, die ons door Zijn voorbeeld en woorden op onszelf terugwerpt met slechts deze opdracht: “Ga heen en doet u evenzo.” (Lukas 10:37)

Wie zó spreekt getuigt ervan dat hem/haar de ware kennis ontbreekt. Want op deze manier worden de heilzame woorden “Ik ben de Weg” voorzien van een valse uitleg. De inhoud van deze kostelijke woorden wordt op deze manier verdonkerd en verdraaid. Het is onze roeping om dergelijke opvattingen kort en krachtig te bestrijden, want het is bedrog. Alsof Christus ons slechts tot een leraar van de werken is gegeven. Als dat zo zou zijn geweest, dan had Hij niet deze Naam “Ik ben de Weg” waardig geweest, maar dan had van Hem slechts gegolden: “Ik ben de richtingwijzer”. Zoals een bord langs de weg niets anders doet dan aanwijzen welke kant je op moet en verder moet je het zelf maar doen.

Zeker: alles wat Christus heeft gedaan en hoe Hij heeft gewandeld, dat heeft Hij volmaakt gedaan. Maar als Hij ons daarin alléén als een voorbeeld is voorgegaan, dan waren wij daar niets mee geholpen. Zijn voorbeeld is wel voortreffelijk, maar véél te hoog voor ons. Niemand kan Hem daarin volgen. Vooral als het erop aankomt, als we uit dit leven door de dood moeten gaan naar het andere leven. Daar is absoluut méér voor nodig dan óns leven en doen, zelfs al zouden we een 9,5 scoren in vergelijking met Christus. Niet dat iemand ooit zo’n score zal behalen, want daar ben ik en daar is iedereen véél en véél te zwak voor. Ieder mens schiet tekort om ongeschonden door de dood te kunnen komen, laat staan om vrijuit te kunnen gaan in het gericht van God!

De-Weg
Daarom moet ik absoluut een andere betrouwbare grond, een andere vaste en veilige brug hebben die mij door de dood en door het gericht leidt. En juist dát is Jezus Christus en Hij alléén. Daarom zijn de woorden “Ik ben de Weg” zó toepasselijk voor Hem. Want alléén door Hem komen we ongeschonden in het andere leven en alléén door Hem kunnen we tot God gaan en voor God bestaan. En dat eenvoudigweg door een vast geloof in Hem; door te vertrouwen op Hem dat Hij zonder enige twijfel dé betrouwbare Weg is, de solide Brug, de vaste grond van ons behoud. Want zoals het geloof ons absoluut met Christus verbindt en ons één maakt met Hem, zó ook is het onvermijdelijk dat we dóór Hem erdoor zullen komen, binnen zullen komen, dáár zullen zijn waar Hij is. Werkelijk, juist zó is Hij “de Weg”!

Hieraan verbonden is vervolgens ook dit van groot belang. Wanneer nu Christus zó voor ons “de Weg” geworden is, dáár moeten we nooit meer aan een andere weg denken. Alle andere wegen moeten voor ééns en voor goed uit het oog en uit het hart weggebannen worden. Laat je nooit opnieuw verleiden door stemmen die zeggen dat je alsnog van alles moet.
Zeker: als je een volger bent van “de Weg”, daar roept Hij je om op aarde te wandelen in Zijn voetspoor. Daar oefent Hij je in een heilig en Hem toegewijd leven. De verkeersborden langs deze weg herinneren ons voortdurend aan de richting die God wijst: God lief hebben boven alles en je naaste als jezelf. Maar pas op dat je daar niet weer iets van maakt, waardoor je meent ‘er wel te zullen komen’. Want zelfs de beste werken die in geloof gedaan zijn, bieden geen houvast of troost als je sterven gaat. Niets, maar dan ook werkelijk niets anders biedt houvast en troost dan alléén Hij Die “de Weg” is. Hij, die gekruisigd en gestorven is en die zó de weg gebaand heeft. De beste werken van het geloof dienen alléén om Hem te eren, anders niet!

Waarmee ben je gebaat als je laatste uurtje slaat?
Daarom, als het laatste uurtje slaat; als al ons doen en werken ophoudt en we hier niet langer kunnen blijven en als je dan jezelf opnieuw afvraagt: waar heb ik nu een brug die zeker is, waarmee ik erdoor kan gaan en erdoor kan komen? Zie dan ook in dát uurtje naar géén andere weg, naar géén menselijke weg, niet naar je goede, heilige leven of werken. Want zelfs over dié heeft Christus verzoening moeten doen, omdat ze nooit volmaakt zijn in zichzelf. Néé, houd je ook in dat uurtje alléén aan Hem vast, die gezegd heeft: “Ik ben de Weg”. Bedenk je de woorden die Jezus gesproken heeft tot Thomas, toen Hij zei: ‘Wat zoekt je naar andere wegen! Hier, op Mij moet je zien en bij Mij moet je blijven. Aan niets of niemand anders moet je denken, als het gaat om de vraag hoe je naar de hemel kunt gaan. Want “Ik ben de Weg!” Het is zaak dat je op Mij ziet. Het is zaak dat je op Mij (de Weg) gaat.’
Met deze woorden bedoelde Jezus dat het er om gaat dat Thomas en dat wij allen ons moeten vasthouden in geloof en vertrouwen aan Jezus! Jezus is deBrug en Hij wil ons ervan overtuigen dat we in dat laatste uurtje, uit de dood en de angst van de hel zullen worden getrokken in het eeuwige leven. Zo duidelijk heeft Hij het gezegd “Ik zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben” (Joh. 14:3). Zo duidelijk heeft Hij het ook gebeden, toen Hij sprak: “Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien” (Joh. 17:24).

Daarom is alléén dit en dit alléén nodig: dat we zonder aarzeling op deze Weg gaan, het met Hem wagen, en zó getroost en vrolijk voorttrekken en sterven in Zijn naam. Juist zó is Hij als Heiland “de Weg”, dat Hij mij door dit leven en door de dood heen zal brengen tot de Vader. Wat een Heiland is Hij!

Dr. Maarten Luther / Ds. G. van den Berg