Mijn God zal voorzien.
Tekst: Filippenzen 4 : 19
“Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Jezus Christus"
Thema: Mijn God zal voorzien.
Meerdere keren komen er mensen op onze weg die ons bemoedigen.
Vaak zijn dat bekenden, familieleden of vrienden. Je hebt goed je best gedaan; wat heb je dat mooi gemaakt; wat fijn dat je aan me denkt. We krijgen waardering en dat stimuleert ons om verder te gaan. We worden bemoedigd als we onze zorgen delen en iemand helpt ons om naar de lichtpunten te kijken, of om ons over de zorgen heen te laten kijken. Dan kunnen we weer verder.
Als de apostel Paulus aan het einde van zijn brief aan de gemeente van Filippi is gekomen, gaat hij deze bemoediging schrijven. Hij spreekt de belofte uit, dat God voor Zijn kerk in Filippi zal blijven zorgen. Nog beter dan de apostel weet Hij alles van de situatie van deze gemeente en alle leden. Hij weet wat ze nodig hebben. Hij kent hun vragen. Hij weet van hun zorgen. Hij weet dat Zijn gemeente midden in de wereld stond en staat. Hoe zal het verder moeten en gaan met de kerk, Zijn kerk? Met de woorden van onze tekst schildert hij nu de zorg van de Heere over Zijn gemeente. Het is goed om die woorden op ons in te laten werken.
De apostel spreekt over de rijkdom van God. Bij het woord rijkdom komt bij ons al snel de gedachte boven aan financieel bezit. Iemand die veel geld heeft, noemen we rijk. Gods rijkdom is breder. Hij is rijk in barmhartigheid, Hij is groot van goedertierenheid en Hij is groot van macht. Hij is zo rijk, dat Hij in onze behoeften kan en wil voorzien.
Zijn zorg gaat over alles wat we nodig hebben, al wat u ontbreekt. Wat is dat breed en diep. Wat hebben we nodig? Veel valt er toen en nu te noemen. We denken aan ons eigen leven, aan hen die ons lief zijn. We weten wat er in de wereld gaande is. We zien de situatie van de kerk. We leren ons zondig hart kennen. We hebben het nodig om het oog op Christus gericht te houden, onze God op Zijn Woord te vertrouwen, genade om Zijn Naam te belijden en Hem toegewijd te leven, de blijdschap in God.
God zal voorzien in heerlijkheid. Zijn zorg voor de gemeente zal op zo’n duidelijke wijze zichtbaar worden, dat Zijn heerlijkheid, Zijn majesteit daarin wordt gezien.
Hoe komt het, dat de apostel Paulus zo stellig dit mag verzekeren aan de
gemeente van Filippi? Daar kunnen we twee antwoorden op geven. Het
eerste vinden we in de slotwoorden. Jezus Christus. Ook in deze brief heeft de apostel grote dingen van Hem mogen doorgeven. De gemeente is Zijn Bruid. De gemeente is Zijn werk. Voor haar heeft Hij Zijn leven gegeven. In Zijn grote liefde blijft Hij voor Zijn gemeente waken en zorgen en zal Hij niet rusten, voordat de gemeente mag delen in Zijn heerlijkheid. Het tweede antwoord vinden we aan het begin. Mijn God. Dat klinkt heel persoonlijk.
Het spreekt van de band tussen God en de apostel. Mijn God. De apostel weet alles af van Zijn zorg en leiding. Die is er niet alleen voor de apostel, maar voor heel de gemeente. De Heere zal net zo goed voor de gemeente zorgen als voor de apostel zelf.
Wat valt ons op? Het grote vertrouwen van de apostel in God en in Christus. Hij zorgt voor Zijn kerk en werk. Hij laat dat niet los. Daarom kan de apostel het wel los laten. Hij gaat verder met Zijn werk. In dat grote werk heeft de apostel met zijn brief een onderdeel mogen zijn. We kunnen druk bezig zijn in de kerk. We kunnen onder de indruk zijn van cijfers en getallen. We kunnen soms denken dat alles afhangt van wat wij al of niet doen. De apostel leert ons ontspannen bezig te zijn. God zal voorzien, zoals Hij dat in een ver verleden heeft gedaan bij Abraham op de berg Moria. In de weg van het wonder.
Hoe zullen de mensen in Filippi deze woorden gelezen en gehoord hebben? We vinden het niet in deze brief. Het is wel aardig om daar over na te denken. Hebben ze die gelezen als een mooi slotwoord voor de brief? Zou het hun werkelijk bemoedigd hebben, hun versterkt hebben in het vertrouwen? We stellen ons de vraag: Hoe lezen wij, in 2015, deze woorden? Stemmen we er mee in? Zeggen we dat na? God zal voorzien! Dat opent de weg naar de toekomst.
We gaan de adventsweken in. God heeft voorzien, toen het Kind in de kribbe geboren werd; God zal voorzien, alle dagen tot aan de voleinding. Wat een uitzicht!
Ds. J.M. Viergever