Tekst: Filippenzen 3 : 7
“Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus’ wil als schade beschouwd.”
Thema: Winst en verlies.
Deze twee woorden zullen de meesten van ons vertrouwd in de oren klinken. We gebruiken die regelmatig. Vooral de mensen die bekend zijn met het bedrijfsleven komen die regelmatig tegen. Hoe groot is de winst, de opbrengst? En als het tegen zit, wat is de omvang van het verlies? We blijven liever uit de rode cijfers. Het zijn woorden uit het economisch leven, uitgedrukt in aantallen euro’s.
Als de apostel Paulus in deze brief spreekt over winst en verlies, dan gaat het niet over geld. Ook vanuit een ander oogpunt kan er over winst en verlies gesproken worden. Hij spreekt over de dingen waar het in het leven ten diepste om gaat. Het is goed om daarbij stil te staan, juist in een tijd waarin zoveel nadruk ligt op cijfers en bezit.
In de eerste plaats horen we hier een getuigenis van Paulus. Hij heeft het hier over zichzelf. Hij geeft een kijkje in zijn eigen leven. In de woorden van de tekst vat hij de grote ommekeer die in zijn leven is gekomen. We kunnen die verbinden met het gebeuren in Handelingen 9. Meerdere keren in zijn brieven doet hij dat. Zo ook hier. Wat is er gebeurd dat hij zo anders naar zijn leven is gaan kijken? Uit het verband van dit hoofdstuk maakt hij duidelijk over welke winst en verlies hij het heeft. Wat zag hij eerst als winst? Hij kan een hele rij opnoemen: afkomstig uit de stam van Benjamin, hij was besneden, hij had een stevige studie in de Joodse godsdienst achter de rug, hij leefde nauwgezet naar alle wetten, hij was vol ijver om die te verdedigen. Daar was hij lange tijd trots op. Niet in het minst voor God.
Toen kwam Jezus Christus in zijn leven. Toen kwam er een grote ommekeer. Hij leerde iets, nee Iemand kennen waardoor hij radicaal anders in het leven kwam te staan. De winst werd hem tot verlies. Al zijn prestaties vielen weg in de ontmoeting met Christus. Ze waren een sta in de weg geworden. Er kwam daarvoor iets in de plaats, wat een veel grotere waarde had: het kennen van Christus en Zijn genade. En uit de woorden van de tekst wordt duidelijk, dat hij dankbaar is voor deze verandering in zijn leven.
De vraag kan zomaar boven komen. Waarom brengt de apostel dit ter sprake? Het is duidelijk dat de apostel niet zichzelf in het middelpunt wil stellen. De brief aan de Filippenzen is geen autobiografie over zijn eigen leven. We horen in deze brief een lange aansporing aan de gemeente van Filippi om het oog op Christus te houden. Dat doet de apostel niet op een afstand. Hij gaat daarin de gemeente voor. Hij laat in dit gedeelte zien, hoe dit in zijn eigen leven functioneert. Alles wat eerst van waarde was in zijn leven is verbleekt. Hij gebruikt daarbij de sterke woorden van schade en vuilheid. Hij heeft de parel van grote waarde gevonden. Het leven met Christus. Door het geloof ziet hij vooruit en jaagt hij naar de volmaaktheid. Om Hem te kennen, nu door het geloof en straks van aangezicht tot aangezicht, dat is het nieuwe doel in zijn leven geworden. In dit gedeelte proeven we de enorme gedrevenheid van de apostel. Zijn levensdoel is niet langer een geslaagde carrière, maar het winnen van Christus en het winnen van mensen voor Hem. Hij richt de ogen van zijn lezers op dit ene doel en hij spoort hen en ons aan dit doel voor ogen te hebben en te houden.
Winst en verlies. Aan mensen die we wat beter kennen stellen we wel eens de vraag hoe het met de zaken er voor staat. Is er winst? Of draaien we verlies? Het woord van de apostel roept de vraag op om eens te kijken naar ons eigen leven. Wat zijn de winstpunten? Waar hechten we veel waarde aan? Als we wat ouder zijn dan weten we dat na verloop van jaren de dingen anders wegen. Waar we vroeger ons druk over maakten, daar vragen we later onszelf bij af of dit allemaal winst is geweest. Het kan zomaar gebeuren, dat we op een later tijdstip een heel andere balans gaan opmaken. Wat is winst en wat verlies voor God? Weten we met de apostel van de winst door het verzoenend bloed van Christus? Het is goed om met de apostel ons daarop te bezinnen en ook voor ons persoonlijk leven daar op te antwoorden. We denken aan de gelijkenis van de Heere Jezus IN Lukas 12, van de rijke dwaas. Veel bezitten en toch niet rijk voor God, aan het eind niets meer in handen te hebben.
Winnen en winst, wie wil dit niet? De apostel richt ons oog op Christus. Hij nodigt: Ik raad u aan dat u van Mij goud koopt, gelouterd door het vuur. Een schat, die niet vergaat en verbleekt, een schat die niet geroofd kan worden. Weggelegd in de hemel.
Ds. J.M. Viergever