Tekst: Exodus 33:15“
"Als Uw aangezicht niet meegaat, laat ons dan van hier niet verder trekken.”
Onlangs zijn we een nieuw jaar ingegaan; anno Domini 2021. Dat is: een jaar des Heeren. Immers, we ontvangen onze uren, dagen, maanden en jaren uit de hand van Hem. Graag zouden we weten hoe dit jaarverder zal gaan. Wat zal het brengen? Hoe zullen de ontwikkelingen zijn, van het coronavirus, van ons kerkelijk en gemeentelijk leven? Van onze eigen situatie? Misschien houdt u uw hart wel vast. Hoe moet het verder? Kan het wel verder?Verder. Dat woord komen we tegen in onze tekst. In het boek Exodus lezen we van het volk Israël dat uitgeleid wordt uit Egypte en onderweg gaat naar het beloofde land Kanaän. Ze zijn gekomen bij de berg Sinaï (Ex. 19) waar de HEERE een verbond met hen sloot en de Tien Geboden gaf (Ex. 20). Daarna gaf de HEERE aan Mozes Zijn inzettingen en aanwijzingen voor de inrichting van de tabernakel en de eredienst. En toen had de grote zonde met het gouden kalf plaats (Ex. 32). Mozes, als middelaar van het oude testament, heeft gepleit voor het volk. Gesmeekt om vergeving. ‘Schrap mij maar uit Uw boek’, zo bad hij. Dan komt ook het bevel van de HEERE: “Ga heen, vertrek van hier”, 33:1. Ga verder.Jawel, de HEERE zal een engel voor het volk uitzenden, maar Zelf gaat Hij niet meer mee. Te vaak was gebleken dat het volk hardnekkig en hardleers was. Er was een grens bereikt, 33:3. Anders zou de HEERE het volk onderweg vernietigen. Wonderlijk is het om te lezen, dat Mozes hier geen genoegen mee neemt. “U hebt mij niet laten weten wie U met mij meezendt, terwijl U Zelf gezegd hebt: ‘Ik ken u bij uw naam, en ook: U hebt genade gevonden in Mijn ogen.”, 33:12. Mozes houdt zijn hart vast. Verder gaan? Hoe moet het verder? Nee, het kan niet verder, als de HEERE Zelf niet meegaat. Daar is deze man Gods vast van overtuigd. Hij die het volk moest leiden, moest voorgaan. Hoe zou hij dat kunnen, als de HEERE Zelf niet meeging? Onmogelijk.In het vervolg van het boek Exodus blijkt: de HEERE liet Zich verbidden. Hij toont Zich op bijzondere wijze aan Mozes en het verbond wordt vernieuwd (Ex. 34). Daarna wordt de tabernakel, volgens Gods voorschriften, gebouwd. En uiteindelijk lezen we dat de wolkkolom neerdaalde en de heerlijkheid van de HEERE de tabernakel vervulde. En telkens als de wolk opsteeg, trok het volk verder. Tot ze in het beloofde land kwamen. En dan wij, gemeente. Het jaar 2021 is begonnen. We gaan verder. We zijn op reis, van de wieg tot het graf. Maar, als het goed is, door genade, ook meer: bevrijd uit de slavernij van de zondemacht, onderweg naar het Beloofde Land. Naar het hemels Kanaän. Of zit u nog gebonden in en aan de satan en zijn macht? Is de HEERE niet ook ‘uw’ God, krachtens Zijn belofte en door geloof en bekering. Kent u de Middelaar van het nieuwe testament? Die voor u pleit en verzoening en vergeving heeft bewerkt?Als gemeente mogen we ook volk van God zijn, onder de nieuwe bedeling van het verbond. Ons leven is dan een reis door de woestijn. Met een land van melk en honing als vooruitzicht. We kunnen niet verder gaan, zonder dat de HEERE meegaat. Maar hoe vaak geldt het ook niet van ons: hardnekkig en hardleers?! Hoe dikwijls hebben ook wij de HEERE niet getergd door ons gedrag? Hoeveel ‘gouden kalveren’ hebben wij al niet gemaakt? Hoe zou de HEERE met ons mee kunnen gaan, zonder dat we onderweg vernietigd zouden worden? Als we terugzien op de weg die we tot nu toe gegaan zijn en naar onszelf zien, dan is er al zo vaak een grens bereikt.Gemeente, een nieuw jaar zijn we ingegaan. We gaan verder. We bidden de HEERE dat Hij een engel voor u uitstuurt. De engel van de gemeente is volgens Openbaring 1:20 de voorganger. Maar ach, daar heeft u niet genoeg aan…! De HEERE Zelf moet meegaan, voorgaan. Immers, zo’n ‘engel’ is ook maar van gelijke bewegingen als wij. Hij kan geen vergeving en bescherming schenken. En daarbij: hij kan ook niets beginnen zonder Gods hulp en kracht. Laat het daarom ons aller gebed zijn, aan het begin van 2021: ‘Als Uw aangezicht niet meegaat, laat ons dan van hier niet verder trekken.
Om Jezus’wil Amen.'
Ds. N.F.L. de Leeuw, VDM