Het grote Babylon gevallen (?)

Openbaring 18

We leven in bijzondere tijden. Wat virologen al tijden vreesden, is uitgekomen. Er is een virus ontstaan, dat zich in razend tempo over de wereld verspreidt, velen in ziekenhuizen doet belanden, veel dodelijke slachtoffers maakt en waar tot op heden weinig middelen tegen opgewassen zijn. Overheden nemen maatregelen en herzien maatregelen. We merken de gevolgen concreet in ons dagelijkse bestaan. Het openbare leven ligt grotendeels stil. Scholen en zorginstellingen zijn gesloten. Stages van studenten worden opgeschort. Voor zover er gewerkt kan worden, vindt dat thuis plaats. Kerkdiensten mogen alleen gehouden worden in een zo klein mogelijke bezetting. Bezoeken aan elkaar worden afgeraden. We worden opgeroepen tot social distancing: bij ontmoetingen het in acht nemen van een afstand van anderhalf á twee meter. Het gevolg van alles is: onzekerheid, eenzaamheid, zorgen van allerhande aard over studie, werk en ons dagelijkse leven.
Social distancing, ja waarom een term in het Engels? Waarom niet gewoon in het Nederlands: “houd afstand!” of “afstandhouden!”? Dat heeft wellicht te maken met de wereld die wij als mensen gemaakt en gebouwd hebben. Alles moet één worden: één Europa, één wereldeconomie, één soort mens, één soort taal – in elk geval één wereldtaal. Dus spreek je Engels, ook in de oer-Hollandse polders.

Welke wereld hebben wij mensen gemaakt? Dat is de wereld die Openbaring 18 ons tekent: het grote Babylon. Babylon staat in de Bijbel voor de wereld los van God. Babylon is een geestelijke macht. Babylon is in de Bijbel niet zomaar een stad, het is dé stad. Babylon omvat alle steden die er ooit waren en die er ooit zullen zijn. Babylon is de synthese van alle steden (zie Daniël 3 en 4 en Openbaring 14 en 18). Ook Rome heet in de Bijbel Babylon. En zelfs Jeruzalem, omdat de Heere Jezus Christus er gekruisigd is (Openbaring 11, 8). De stad staat dus beeld voor het bezeten zijn van zonde: wellust, losbandigheid en opgaan in het hier en nu.
Openbaring 18 noemt de losbandigheid (vs. 3.7.9.) en de genotzucht (vs. 12-14).
De kerk der eeuwen heeft altijd gewaarschuwd voor zonden en noemt zeven hoofdzonden:
(1) hoogmoed (en ijdelheid), (2) hebzucht (en gierigheid), (3) onkuisheid (en wellust), (4) afgunst, (5) onmatigheid (en gulzigheid), (6) woede (en wraak), (7) gemakzucht (en traagheid).
Wanneer je deze lijst naast onze tijd legt, kan het bijna niet anders of je ziet ze voor ogen.
We leven in een tijd waarin alles mogelijk heet: menselijke mogelijkheden en technische vindingen worden geroemd. We leven in een tijd waarin bezit een grote rol speelt en vooral de begeerte naar meer; dat heet economische groei – een soort Rupsje Nooit genoeg.
We leven in een tijd waarin de genotzucht de boventoon voert: eten, drinken, goederen zoveel als je kopen kunt. Consumeren is het toverwoord.
Waarden en normen doen er niet meer toe. Wat ieder persoonlijk vindt en vooral voelt is belangrijk. Dit zien we weerspiegeld in de omgang met ons lichaam en onze seksualiteit.
Bevalt iemand je niet meer, voor hem of haar een ander, dus echtscheiding. Staat je lichaam je niet aan, je gaat voor cosmetische chirurgie. De eigen beeldvorming is de norm geworden. Het onderscheid tussen man en vrouw wordt uitgewist. Er bestaat nog één soort mens, genderneutraal. Hoe die mens zich noemt, dat mag hij/zij zelf bepalen. Kinderen zullen je in de toekomst hinderen, dus abortus. Als je oud bent en je verstandelijke vermogens laten het afweten, dan heeft het leven geen zin meer, dus euthanasie.
Zeg er niets van, want Babylon maakt zelf uit wat richtinggevend en vormbepalend is.
We leven in een tijd waarin het gebod van God weerstand oproept, zeg gerust boosheid.
Spreek in deze tijd al helemaal niet over gebeurtenissen als oordelen van God, want wie maakt uit wat oordelen zijn? Zeg zelfs niet, dat gebeurtenissen spraken van God zijn – manieren om ons iets duidelijk te maken. God wordt dus geëlimineerd. Welnu, dat is Babylon. Babylon is het ego van de mens.

Openbaring 18 tekent ons de val van dit Babylon. Aan deze val liggen zonden ten grondslag. De zonden liggen opgestapeld tot aan de hemel (vs. 5), net als eerder bij de volkeren in Kanaän, voordat het land aan een ander (aan het volk Israël) werd gegeven. Er heerst dood, rouw en honger (vs. 8). De koophandel ligt stil (vs. 11).
Parallellen met onze tijd zijn te trekken. Wat de Bijbel zonde noemt, heet in onze tijd acceptabel en gewoon. Een pandemie veroorzaakt ziekte, dood, rouw en her en der honger.
De handel ligt weliswaar niet overal stil, maar is in grote verwarring. Er is grote drukte op de aandelenbeurzen, waar de koersen ontzaglijk schommelen. Er zijn veel internetbestellingen, er is zelfs hamsterwoede. Inmiddels ligt de handel wel stil in verschillende sectoren van de samenleving, waaronder in de horeca en bij verscheidene fysieke winkels.
Geldt onze tijd als het Babylon dat valt? Dat staat nog te bezien. Wie zal hierin het juiste woord spreken? In elk geval glipt ons veel door de vingers; ja, dreigt ons veel uit handen te vallen. Het grote Babylon staat in elk geval op zijn grondvesten te schudden. Of dat zijn val zal inluiden? We weten het niet. De komende tijd zal het leren. Één ding is wel duidelijk: de mens overschrijdt de grenzen door God gesteld. Terwijl geldt: gaan in Gods wegen brengt zegen. En als tegendeel: het verlaten van Gods wegen brengt smart.

Laat ieder hiermee tot zichzelf inkeren. Want we zondigen allen. Niemand gaat vrijuit.
We maken allen deel uit van één en dezelfde wereld en de samenlevingen die deze wereld herbergt. De Heere vraagt bekering. Of zal het zo zijn wat de Openbaring ons tekent als gevolg van allerlei plagen: zij bekeerden zich niet (16, 9.11)?
De centrale boodschap is: zoek de HEERE en leef! Want de Heere Jezus Christus verkondigt in Zijn Openbaring ons ook nog een andere stad: het Nieuw-Jeruzalem (21, 9-27; 22).
Er zijn dus twee steden. Beide worden ze voorgesteld als een vrouw. Babylon heet een hoer (19, 2), het Nieuw-Jeruzalem een bruid (21, 1).
God verkondigt het ons, opdat we de toevlucht nemen tot Hem, die de Weg en de Toegang tot het Nieuw-Jeruzalem is. Het Nieuw-Jeruzalem is de stad die eeuwig blijft. Amen.

Ds. A.J. Sonneveld, Lopik (gelezen op: vandervalk-kerknieuws.nl)