Een belofte voor onderweg

Tekst: Genesis 28:15
“En zie, Ik ben met u, en Ik zal u behoeden overal, waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dit land; want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik zal gedaan hebben, wat Ik tot u gesproken heb.”

1. Op reis
Wat een potje heeft Jakob ervan gemaakt! Jakob was de erfgenaam van de belofte van God. De belofte, die de HEERE aan Abraham en Izak gegeven had, zou via Jakob doorgegeven worden. De HEERE had nageslacht beloofd en ook een eigen land. En nu, wat zien we? Jakob is op de vlucht. Hij de erfgenaam van de belofte. De belofte van nageslacht en een eigen land. Hij heeft geen nageslacht. Hij heeft nog niet eens een vrouw. En er is nog geen vierkante meter grond, dat hij zijn eigendom kan noemen. Een hopeloze situatie, zou je zeggen. Hoe moet dat nou met die belofte van God? Zou God Zijn genade vergeten; nooit meer van ontferming weten? Waar is de HEERE in deze uitzichtloze situatie van Jakob? Laat Hij hem alleen? Is Jakob alleen onderweg?
Is dit herkenbaar, Jakob die zo op reis is? Dit kan op verschillende manieren. Misschien is het bij u ook zo dat de band met de familie verstoord of zelfs verbroken is. Dat er in het verleden iets gebeurd is, waardoor de onderlinge verhoudingen beschadigd zijn, en u nu eenzaam bent. Ook is er een algemene overeenkomst tussen de situatie van Jakob, en christenen in 2020. Jakob was als erfgenaam van de belofte onderweg. Wanneer u gedoopt bent, dan behoor je tot Gods verbond, en ook de beloften van dat verbond komen je dan toe. En in het Nieuwe Testament lezen we op verschillende plaatsen dat de gelovigen erfgenamen zijn van de belofte, omdat zij kinderen van God zijn. Bijvoorbeeld in Galaten 3:29, waar staat: “En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.” En we zijn ook onderweg. Het christenleven is als het ware een pelgrimsreis. We leven wel hier op aarde, maar ondertussen zijn we op weg naar het Koninkrijk van God. Naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. We zijn vreemdelingen op aarde, zoals ook Jakob een vreemdeling was in het land van de belofte. Een nieuw jaar is begonnen, wat zal het brengen? Hoe zal het gaan?

2. God gaat mee
Dan gebeurt er iets bijzonders. De HEERE laat Jakob niet alleen; zelfs niet op zijn zelfverdiende vlucht. Op een bijzondere manier, via een droom, openbaart de HEERE zich aan Jakob. De HEERE is niet een God die ver weg in de hemel blijft. Hij is een God van nabijheid. Zijn Naam geeft dit al aan. Waar in onze Bijbelvertaling HEERE met hoofdletters staat, zoals ook in vers 13, wordt de verbondsnaam van God bedoeld. Yahweh in het Hebreeuws. Deze naam betekent: ‘Ik ben die Ik ben, en Ik zal zijn die Ik zijn zal’, of ook wel ‘Ik ben erbij’. Jakob is dus niet alleen. Wat een wonder! Hoe groot en genadig is God!
Jakob had het immers niet verdiend dat de HEERE naar hem omzag. Hij had zijn vader bedrogen en zijn broer. Hij had het heft in eigen handen genomen, om de zegen te ontvangen. Hij had van alles gedaan, maar niet op God vertrouwd. Nee, van een groot geloof was bij Jakob geen sprake. En toch laat de HEERE Jakob niet in de steek. God blijft trouw aan Zijn verbond. Hij laat de erfgenaam van de belofte niet zitten. Hij houdt trouw tot in eeuwigheid, en laat niet varen wat Zijn hand begon. Hij gaat mee op Jakobs reis.
Misschien heeft u hierbij echter verschillende vragen in uw hart. Waar is God in mijn leven? Weet de Heere wel van de moeiten en zorgen die ik met me meedraag? Gaat Hij wel mee op mijn levensreis? Een droom met een ladder tussen hemel en aarde heb ik nog nooit gehad…
Er is echter wel iets anders. Eigenlijk moeten we zeggen: er is Iemand anders. In Johannes 1:52 horen we de Heere Jezus zeggen: “Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Van nu aan zult u de hemel zien geopend, en de engelen van God opklimmen en neerdalen op de Zoon des mensen.”  De Heere Jezus vergelijkt zichzelf dus met de ladder uit de droom van Jakob. Hij is het die hemel en aarde met elkaar verbindt! Via Hem komt God tot ons, en mogen wij tot God komen. De Yahweh van het Oude Testament, de God die erbij is, is ook Immanuël: God met ons.
3. De belofte
Dan hoort Jakob een stem in zijn droom. De HEERE spreekt tegen hem. Hij maakt Zich bekend aan Jakob. “Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham, en de God van Izak.” Jakob wordt in de lijn van zijn vaderen gesteld. Juist nu! Nu Jakob zich verwijderd heeft van zijn vader. Nu hij eenzaam, zonder enige bezitting, onder een blote hemel ligt te slapen. Juist nu zoekt de HEERE hem op. Jakob heeft nog helemaal niet naar God gevraagd. We lezen nergens dat hij tot God gebeden heeft. Dat hij beleden heeft dat hij zoveel verkeerd gedaan heeft. Dat hij zich eigenzinnig van God heeft afgekeerd. Dat hij God om hulp heeft gevraagd. Niets van dit alles. God is hier de eerste! Hij is degene die contact zoekt en legt.
Dan herhaalt de HEERE de verbondsbelofte, maar er is meer! In onze tekst belooft de HEERE nog meer aan Jakob. De belofte van God aan Abraham en Izak wordt uitgebreid. We zien hierin dat de HEERE een persoonlijk God is. Hij kent Jakob, en ziet hem liggen in zijn uitzichtloze situatie. De belofte aan Jakob is dan ook heel persoonlijk gericht. God is aanwezig in Jakobs specifieke situatie. Jakob krijgt een belofte voor onderweg, op zijn levensweg.
En zo ook wij! We hebben het profetische woord, dat zeer vast is! Daarin staat het zwart-op-wit: Immanuël. God is met ons. Hij gaat met u en jou mee op onze levensreis. Net als aan Jakob, geeft de Heere ook aan ons Zijn belofte. Ook wij hebben de belofte van Gods verbond. Hierdoor mogen we weten dat God contact wil, en contact zoekt met ons. Bij de doop belooft de Heere aan ons, dat Hij onze God wil zijn. Dat Hij voor ons zorgen wil. Dat Hij onze zonden wil vergeven, door het verzoenende werk van de Heere Jezus Christus. U mag pleiten op deze belofte van de Heere; ieder in uw eigen omstandigheden. Wanneer u het moeilijk hebt in uw leven, om wat voor reden ook. Als de last van het leven u zwaar valt. Wanneer u in een uitzichtloze situatie zit. Wanneer er ziekte is. In wat voor omstandigheid u zich ook bevindt. De Heere is immers een persoonlijk God. Dat was Hij al voor Jakob, en dat is Hij ook nu nog voor ons. Ook wij krijgen een belofte voor onderweg. Zo kunnen we het nieuwe jaar met vertrouwen ingaan. “Zie Ik ben met u, Ik zal u behoeden, overal waar u heen zult gaan. Ik zal u brengen in het hemelse vaderland. Ik zal u niet verlaten tot Ik al mijn beloften heb vervuld.”

Ds. N.F.L. de Leeuw, VDM