De wijze les van de mier
Tekst: Spreuken 6 : 6
“Ga naar de mier, luiaard, zie zijn wegen, en word wijs.”
Thema: De wijze les van de mier.
Mieren zijn er in het land van de Bijbel en in ons eigen land. We zien ze vooral in de zomer. Het zijn kleine beestjes, die vol ijverig bezig zijn om voedsel naar hun nest te brengen. We kunnen ons er over verbazen dat de mieren zo sterk zijn. In verhouding tot hun eigen gewicht kunnen ze zware dingen verplaatsen. Al zien we nog geen mier, dan nog kunnen we aan de kleine korrels grond tussen de tegels en stenen hun aanwezigheid opmerken. Wie een mier over zijn arm voelt kruipen, weet dat dit irriteert.
Mieren, ze horen er voor ons besef bij, zonder dat ze veel bijdragen aan ons menselijk leven. De Schrift wil ons brengen tot verwondering ook over dit insect, de Schepper van dit beestje en zijn boodschap. We kijken dus met aandacht naar de mier. De Spreukendichter stuurt ons op weg naar de mier. We hoeven dan geen verre reis te maken. Ze zijn achter ons huis te vinden. Zelfs voor een luiaard is de reis te overzien. Als we een mier, meestal meerdere mieren, gevonden hebben roept de tekst ons om met aandacht te gaan kijken naar dit beestje. Goed bekeken is dit kleine beestje al een wonder op zichzelf. Het kopje, het lijfje en de pootjes. Wie dit beestje onder een microscoop legt verbaast zich nog meer. Hoe mooi, hoe kunstig. Vakmanschap, door de Heere geschapen. De oproep om een mier van dichtbij te bekijken komt in het bijzonder tot een luiaard. Wat ziet hij dan? Hij ziet hoe deze beestjes vol ijver bezig zijn. Niet eentje zit er stil. Ze zijn constant in beweging. We spreken wel over een bezige bij, maar dat geldt evengoed een mier. In de zomerperiode zorgen ze voor voldoende voedsel voor de winterperiode. De ijver van de mieren brengt me bij de ijver van de Heere Jezus.
Van Hem lezen we, dat Hij altijd leeft om te bidden voor hen, die door Hem tot God gaan. Hij is altijd bezig met dat grote werk: zondaren zalig te maken. Wat een bemoediging. Behalve dat we opgeroepen worden om te letten op de mieren, spreekt de tekst ook van wijs worden. We begrijpen wel wat hij bedoelt. De les van de mier is, dat we onze luiheid achter ons laten en ijverig zijn in de taak, die we van God ontvangen hebben. Zo gebruikt de Heere de mier. Hij geeft ons onderwijs door dit diertje.
Bij het overdenken van deze tekst vinden we nog een wijze les bij de mieren. Een les, die we hard nodig hebben in onze (post)moderne tijd. Mieren leven niet afzonderlijk, maar in een groep, in een volk. Juist het samenleven maakt, dat een mier kan bestaan en voort bestaan. De eendracht van dit volk maakt hen sterk. Wie op de plaats van een mier let, te midden van het mierenvolk, die merkt dat elke mier een eigen plaats en taak heeft in de kolonie. Hoe groot is de onderlinge samenwerking! Alle mieren functioneren zo, dat ze de opbouw en het voortbestaan van de groep dienen en daardoor hun eigen welzijn. Niet het eigen belang, maar het gemeenschappelijk belang staat voorop. Zonder gedoe.
Hoe boeiend is het om de mensenwereld met de mierenwereld te vergelijken. In onze wereld is er zoveel aandacht gekomen voor het individu, dat de aandacht voor de samenhang onderbelicht is. We kennen de problemen van onze mondiale wereld. We zoeken ijverig naar oplossingen. De tekst helpt ons hierbij. Bekijk en beschrijf eens de sociale structuur van de mieren. Niet alleen de luiaard wordt wijzer door de les van de mier ter harte te nemen. Ook wij mensen in 2016, die kinderen van onze tijd zijn. Hoe zullen we samen leven? We komen uit bij het N.T. en de wijze waarop Christus Zijn gemeente bouwt. Het Evangelie brengt mensen samen en bindt ze samen, in de gemeenschap der heiligen. In deze gemeenschap is het Woord van Christus het fundament en de norm. Door het Woord van Christus komt de eer van God in het middelpunt te staan. Door het Woord van Christus vindt een mens rust voor zijn ziel. Hier is de balans tussen gemeenschap en individu. De genade van Christus ontdekt ons aan het heilloze van het individualisme en doet ons de zegen ervaren, waar niet langer het eigen ik centraal staat. In de omgang met Christus valt er ander licht op ons zelf, op God, op onze medemensen en onze wereld. Wij zijn uit gemeenschap geboren en tot gemeenschap bestemd. In deze gemeenschap kan en mag het leven opbloeien. Juist de Christelijke gemeente is de plaats waar ik word gekend en aanvaard en waar ik met ijver me aan mag toewijden. Het doel van ons leven ligt niet in het maximale uit het leven halen wat er in zit, maar in het dankbaar wandelen voor Gods aangezicht en het benutten van onze gaven tot zegen voor onze omgeving.
In de maand december gaan we ons voor bereiden op het kerstfeest: de Zoon van God deed tijdelijk afstand van Zijn hoge plaats in de hemel. Hij werd mens, Hij werd gehoorzaam tot de kruisdood toe. Hij doet gemeenschap ervaren, met God en met elkaar.
Komt, verwonder u hier mensen,
zie, hoe dat u God bemint,
zie vervul der zielen wensen,
zie dit nieuwgeboren Kind!
Ds. J.M. Viergever