God, de Heere, is een zon en een schild
Tekst: Psalm 84: 12a
Want God, de Heere, is een zon en een schild
"Verlangen naar het heiligdom" staat er in mijn Bijbel boven deze Psalm.
"Mijn ziel verlangt, ja, bezwijkt zelfs van verlangen naar de voorhoven van de HEERE".
In de verzen 2 t/m 3 wordt de lieflijkheid van en het verlangen naar de tempel beschreven en de verzen 6 en de volgende spreken meer over de weg náár, de gang naar het heiligdom. Hoe de Heere de Zijnen bewaart op weg naar Jeruzalem en zo vinden we ook de woorden van vers 12.
"Want God, de Heere, is een zon en een schild".
Onderweg naar Jeruzalem.
Onderweg naar de tempel.
Onderweg uiteindelijk naar het hemels Jeruzalem.
God is een zon.
Dat is voor het eerst; dat is trouwens de enige keer in de Bijbel dat de Heere met de zon vergeleken wordt. Dat is een mooi beeld en ook heel begrijpelijk, heel duidelijk.
De Israëlieten, onderweg naar Jeruzalem, reisden alleen maar overdag als de zon scheen, „s nachts was het veel te gevaarlijk: roofdieren, rovers, gevaarlijke steile wegen, donker en koud. De zon gaf warmte, de zon gaf licht
God de Heere is een zon. Bij Hem en met Hem zijn we veilig. Hij geeft licht. Hij wijst mij de weg. Hij geeft warmte. Als de zon schijnt, verdwijnt de duisternis en de angst. Als de zon schijnt, lijkt alles anders, vrolijker, blijer, niet zo gevaarlijk.
Want de Heere God is een zon.
Ik kan wel begrijpen dat de Israëlieten dat zongen onderweg.
Hoor, ze, zingen nog meer:
"Want God de Heere is een zon en een schild”.
En iedereen weet wel waar je een schild voor gebruikt. Een schild gebruik je om je te beschermen. Daar ketsen de pijlen van de vijand op af. En als je een groot schild hebt, kun je er desnoods helemaal achter wegkruipen. Alleen, als je achter zo‟n groot schild zit weggedoken, kun je zelf niet vechten, maar je zit wel veilig. Zo'n groot schild wordt bedoeld als de Israëlieten zingen: God de Heere is een schild. Hij is een zon en een schild. Een zon om te verlichten en te verwarmen, een zon die het angstige duister wegneemt. En een schild, een schild om te beschermen, dan hoef je zelf niets meer te doen; als je wel wat doet, loop je gevaar geraakt te worden.
Licht, warmte, veiligheid en bescherming.
"Want God de Heer‟, zo goed, zo mild, is ten allen tijd een zon en schild".
Dat hebben we nodig, echt, we kunnen niet zonder.
En de zon geeft niet alleen licht en warmte. Hij is niet alleen de grote lichtbron en warmtebron, maar de zon is ook de grote én de enige energiebron.
Eigenlijk kunnen we alleen maar leven op zonne-energie. En de Heere wil ons die energie schenken, en die warmte en dat licht voor onderweg. Onderweg naar de eeuwigheid. Licht in de duisternis. Licht om ons pad te verlichten.. Ons voor te lichten.
De Heere God heeft dat Licht ook een naam gegeven: Jezus Christus.
Jezus, de Zoon van God Die zegt: "Ik ben het Licht der wereld, die Mij volgt zal in de duisternis niet wandelen, maar het Licht des levens hebben".
Laten we eerlijk zijn, we wandelen toch zeker allemaal in de duisternis. Wij kunnen God niet liefhebben en dienen zoals het behoort en onze naaste ook niet. Wij leven in het duister en duister is ons hart.
Jezus wil ons Licht zijn en als we Hem volgen.....
Wie Hem volgt, volgt het Licht. Een lamp voor de voet en een licht op het pad. Dat is nodig, want ons pad, onze levensweg, onze weg naar Jeruzalem is vol voetangels en klemmen Ze zijn listig verstopt en ze zijn levensgevaarlijk. Zonder licht kun je eigenlijk geen stap doen. Zonder licht is het struikelen en vallen, keer op keer.
Houd dat Licht maar vlak voor de voet. Ga er niet mee in de verte schijnen, want dan dreigt het gevaar dat we in de verte turen, maar struikelen over iets vlak voor onze voeten. Een Lamp voor de voet. Wilt u nog zonder dat Licht verder? Denk je dat je zelf de weg wel weet? Pas toch op. verdwaal niet in het donker.
God de Heere is een zon en een schild.
En dat schild zullen we ook hard nodig hebben, want, o, er zijn wat gevaren onderweg. De gevaren dreigen van alle kanten, schieten op ons af. Willen ons verwonden. De vurige pijlen van de satan zijn trefzeker, vergiftig en dus dodelijk. En zo gauw we maar even, uit nieuwsgierigheid, uit belangstelling of zo maar over de rand van het schild gluren, heeft de duivel zijn pijlen al klaar en hij weet precies de zwakke plekken van onze verdediging.
Achter het schild ben je wel passief. Maar heeft de Heere niet in Zijn Woord gezegd: "De Heere zal voor u strijden". Laat het maar aan Hem over.
"Want God de Heere is een zon en een schild".
We hebben ze beiden nodig. We kunnen de zon en we kunnen het schild niet missen. We behoeven ze ook niet te missen op onze levensweg, op 't smalle pad.
En dan bidden we: Heere, onze levensweg is zo donker en zo gevaarlijk, we dreigen in het donker te verdwalen en te struikelen en te vallen, en we dreigen nog om te komen door de hand van de tegenstanders.
Heere, wees ons een zon en een schild.
En dan lezen we in het vervolg van deze Psalm ook het antwoord op het gebed.
“De Heere zal genade en eer geven".
De eer van de overwinning wordt ons uit genade (dat is gratis) verleend. Wij steken 't hoofd omhoog en zullen d' eerkroon dragen.
De overwinningskroon wordt ons op het hoofd gedrukt, niet omdat wij zo dapper gestreden hebben De overwinningskroon wordt ons op het hoofd gedrukt, niet omdat wij zo dapper gestreden hebben onderweg; alle aanvallen vakkundig hebben afgeslagen, integendeel, omdat wij een stevig groot schild hadden. Niet omdat wij zo goed de weg wisten en alle valkuilen wisten te omzeilen, maar omdat het licht van de Zonne der Gerechtigheid ons pad bescheen. Omdat Hij voor wankelen onze voet wilde bewaren.
"Door U door U alleen om 't eeuwig welbehagen."
Hij zal het goede niet onthouden aan hen die oprecht wandelen. Hij geeft meer dan
nodig is. Hij geeft mild en overvloedig.
Zo is er niets uit mij, het is al uit Hem.
Zo kom ik in Jeruzalem!
Welgelukzalig is de mens die op Hem vertrouwt!
Ds. N. Noorlander.