Gods beloften
‘Denk aan het woord gesproken tot U dienaar; waarop U mij deed hopen.’
Psalm 119:49
We mogen samen een gemeente vormen van ruim 800 leden. De kern van ons gemeente-zijn, de band die ons bindt, wil voor alles en boven alles gevormd worden door het geloof in de Heere Jezus Christus. Het geloof in Hem maakt ons één en schept ook eenheid. Daar is het de Heilige Geest om te doen: het scheppen van éénheid en onderlinge verbondenheid door het geloof in Christus, zodat we als gemeente werkelijk ‘lichaam van Christus zijn’: éénheid in verscheidenheid. De één vormt binnen het geheel een hand, de ander een voet en weer een ander vervult een ander rol. ‘Zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, en ieder afzonderlijk leden van elkaar’ (Rom. 12:5).
Maar wat kunnen de behoeften in het lichaam van Christus per lid wel verschillend zijn, ja zelfs enorm uiteenlopen. Echter, nu is het mooie van de woorden van onze tekst dat ze voor ieder lid van betekenis zijn, passend in iedere situatie! Want wat je specifieke behoefte ook is, in de Bijbel vind je altijd een belofte die daarbij past.
Ben je moe en zwak omdat je weg zwaar en vermoeiend is? Hier is de belofte: ‘Hij geeft de vermoeide kracht’ en ‘wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen’ (Jes. 40:29 en 31). Als je zo’n belofte leest, ga er dan mee naar Hem Die de belofte gedaan heeft en vraag Hem om Zijn eigen Woord te vervullen.
Ben je geknakt of voel je je zwak en verlang je naar bescherming en steun? Wat zijn dan Gods beloftewoorden rijk als je daarin leest: ‘Het geknakte riet zal Hij niet verbreken, de uitdovende vlaspit zal Hij niet uitblussen’ (Jes. 42:3). God belooft hier dat Hij de zwakken en de kwetsbaren niet vernietigt, maar juist steunt. Paulus heeft zich juist in al zijn zwakheid leren vastklemmen aan de woorden: ‘Mijn genade is u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht’ (2 Kor. 12:9) Hij getuigt er namelijk direct in het daaropvolgende vers van: ‘als ik zwak ben, dan ben ik machtig’.
Verlang je naar Christus en zie je uit naar een nauwere band met Hem? Dan zal deze belofte als een ster oplichten: ‘Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden’ (Matth. 5:6). Neem deze belofte elke keer weer mee naar de troon van Gods genade en smeek om niets anders. Blijf steeds opnieuw naar God gaan met deze woorden: ‘Heere, U hebt het beloofd; doe wat U gezegd hebt.’
Ben je bedroefd en ga je gebukt onder de loodzware last van je zonden? Luister dan naar deze woorden: ‘Ik ben het Die uw overtredingen uitdelgt omwille van Mijzelf, en aan uw zonden denke Ik niet’ (Jes. 43:25). Je kunt niet op je eigen verdiensten pleiten om vergeving van Hem te ontvangen, maar wel heb je de woorden van beloften die geschreven zijn om op te pleiten en Hij zal ze vervullen. Zijn heilige naam is immers HEERE. Die naam zegt ons altijd weer dat Hij niet om Zijn eigen trouw en betrouwbaarheid heen kan en wil. In Zijn Naam en in Zijn Woorden vinden we daarom onwankelbare houvast om op te pleiten.
Ben je bang dat je het niet tot het einde zult kunnen volhouden? Of kruipt de angst bij je omhoog dat je lange tijd dacht dat je een kind van God was, maar dat je nu toch een schipbreukeling denkt te zijn? Als dat jouw toestand is, grijp je dan vast aan dit Woord en doe er een beroep op: ‘Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede niet wankelen (Jes. 54:10). En als je bang bent dat God je vergeten is of in de steek gelaten heeft omdat je ontrouw bent geweest (Jes. 49:14), hoor dan wat de HEERE zegt: ‘Kan een vrouw haar zuigeling vergeten, zich niet ontfermen over het kind van haar schoot? Zelfs al zouden die het vergeten, Ík zal u niet vergeten’ (Jes. 49:15).
Het kan ook zijn dat je juist ontzettend dankbaar bent. Je zit goed in je vel en je weet je rijk gezegend en ervaart de blijdschap van het geloof. Je beziet de dingen in Gods licht. Welnu, wanneer je je dankbaarheid aan God adresseert en eert omdat je Hem als bron van alle zegeningen erkent, dan zijn ook dáár heerlijke beloften aan verbonden. Denk aan de woorden: ‘Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus’ (Filip.4:6-7).
Kortom: laten we als leden van één lichaam, hoe verschillend we ook zijn en hoe verschillend ook de specifieke behoefte van elk lid is, laten we allemaal ons geloof vestigen op Gods eigen Woord. Wat je behoefte of verlangen ook is, keer terug naar de schatkamer van het geloof met de garantiebewijzen van de beloften van onze Vader en zeg het tegen Hem: ‘Denk aan het woord gesproken tot Uw dienaar, waarop U mij deed hopen.’ Maarten Luther heeft het ooit zogezegd: ‘Wie met Gods beloften tot God gaat, heeft een ‘breekijzer’ in handen waarmee ieder tegenslag te overwinnen is. Want omdat God trouw en machtig is, kunnen Zijn beloften niet falen! Nooit zullen wij tevergeefs op Zijn woorden hopen.’
Ds. G. van den Berg