Wij gaan met haast naar Bethlehem

Wij gaan met haast naar Bethlehem:
Een Herder is geboren!
Wij zien daar in de kribbe Hem
Die zoekt wat is verloren;
een herder als een lam zo klein,
een koning die een knecht wil zijn;
Hij roept – maar wie zal horen?

Wij  staan verbaasd in Bethlehem:
Is dit de Goede Herder,
De Koning die met luide  stem
Zou spreken: Volk, trek verder!
Trek verder uit de slavernij,
Trek verder , Ik  Ik maak u vrij!
Dit Lam – is dit die Herder?

O God, laat ons in Bethlehem
geen grote woorden spreken
En zeggen: Wij, wij zijn van Hem,
Wanneer niet is gebleken
Dat wij bereid zijn om zo klein,
Zo lijdzaam als dit Lam te zijn
Dat weigert zich te wreken.

Wij staan beschaamd. In Bethlehem
blijkt meer dan ooit te voren:
de vrede is alleen in Hem
Die weerloos werd geboren,
Dit Lam heeft ons geopenbaard
Gods Rijk: een Koning zonder zwaard –
Wie horen wil, die hore!

Overgenomen uit: Zie ik verkondig u grote blijdschap