Vruchteloos
De eigenaar zie, “Hak maar plat,
geen reden om te dralen.”
Drie jaar al, hij was het zat,
wou nu wel winst behalen.
De gaardenier van deze hof
die vroeg hem nog te wachten.
Een jaartje nog, dan kijken of
met zorgen hij kon trachten
dat er vrucht aan zou ontstaan.
Het werd zijn laatste hoop.
Jazeker, hij was zeer begaan
zag op tegen de sloop.
De boom verzorgen met de hand
bemesten en veel water,
De wortels snoeien met verstand;
Hij ging ervoor. Dát staat er!
Ook wij krijgen nog steeds de tijd
om goede vrucht te dragen.
De trouwe Herder die ons weidt
blijft steeds Zijn Vader vragen,
even nog te wachten met
het oordeel uit te spreken.
Alleen zijn wij nu zelf aan zet
de verwachte vrucht te kweken.
P. Altena