Voorbij de laatste maaltijd
Voorbij de laatste maaltijd
Kan het zijn dat u, gelijk als deze dichter dichtend
onbekend met deze zaak, ongetwijfeld waar welhaast
Wanneer men zich verdiept, het avondmaal belichtend
gesproken van vier bekers, wat ons wellicht verbaast
De Sedermaaltijd indachtig, de dis correct gedekt was,
met ongerezen broden, passend bij het Pesachfeest
Voor elke gang kwam keurig, de juiste wijn van pas
Zet dit u aan het denken, wanneer u dit hier leest ?
Dan rijst hier de grote vraag, waar wij zijn aangekomen
welke is de juiste, die Hij Zijn naasten aanbiedt ?
De laatste van de maaltijd, zo wordt er aangenomen
Het wordt u vast vergeven, wanneer u ‘t anders ziet
Wijn was de verwijzing naar ‘t bloed, eens aan de posten
van nu af zou het wijzen, naar Gods vernieuwd verbond
‘t Zou, na dit laatste maal, een onschuldig leven kosten
De reden dat de Vader, Zijn Zoon naar d’ aarde zond
Het onbevlekte Lam, daar voor ons, het oordeel droeg
een pijnlijk einde kwam, hardhandig aan Zijn leven
Door te sterven aan een kruis, voorgoed de dood versloeg
Wij veilig mogen schuilen achter ‘t bloed, voor ons gegeven
Zo worden wij geroepen, oprecht dat pad te gaan
vertrouwend en Hem volgen, naar ‘t land van onze dromen
Hoort u de echo van Zijn vraag, kunt u die Stem weerstaan ?
Niet enkelen, niet ieder, maar velen mogen komen.
Gedicht door P. Altena ~ n.a.v. Mattheüs 26: 27-28