Olie in de lamp
Tien maagden gingen wit gekleed
de Bruidegom tegemoet;
hun lampen hielden ze gereed
tot schijnsel voor Zijn voet.
Vijf van de maagden waren wijs:
hun oliepeil stond hoog;
de and’ren was de olieprijs
te veel: hun lont stond droog.
De Bruidegom liet op Zich wachten; tijd ging heen;
toen kwam de duist’re nacht.
De maagden vielen één voor één
in slaap; géén hield de wacht.
Te middernacht weerklonk een stem
in hun verschrikte oor:
‘De Bruidegom komt, kom, nader Hem,
en licht Zijn voetstap voor!’
De dwazen grepen naar hun licht,
maar zie: hun lamp was leeg.
Ze riepen met beschaamd gezicht:
‘Och, dat ik olie kreeg!’
De wijzen zeiden: ’t Kan zo niet,
wat ben je dwaas geweest!
Maar haast je, koop en kom, en zie
terug te zijn voor ’t feest!’
Zij gingen heen, maar ’t was te laat;
de Bruidegom ging voort.
Hij gaf de wijzen hoger staat
en sloot de gouden poort.
De dwazen vonden alles dicht
en niemand kwam er uit.
De angst stond op hun vaal gezicht,
zij bonsden overluid.
‘Och, Heere! open toch de poort!
Vergeet U ons toch niet?’
Met smart vernamen zij Zijn woord:
‘Ga heen, Ik ken u niet!’
Leer hier, mijn kind, hoe arm en leeg
de wereld is, die liegt.
Wijs is wie ’t koninkrijk verkreeg:
een rijk dat niet bedriegt.
Hoe leeg is ook je christen-naam
als je in zonden leeft:
een lamp, een lont en vlam tesaâm
als men geen olie heeft!
Hoe leeg is ook je christen-naam
als je in zonden leeft:
een lamp, een lont en vlam tesaâm
als men geen olie heeft!
Heb jij, mijn kind, je lamp gevuld,
met olie voor het feest?
Heeft Hij je hart, zo wild, vervuld
met liefde van Zijn Geest?
Alléén dàn is je ziel bereid
om hemelwaarts te gaan
met Christus, Die de zondestrijd
voor jou heeft afgedaan.
O zondaar! Zie dat Christus’ deur
vandaag nog openstaat.
Kom, als je wilt, eer het gebeur’
dat je eeuwig buiten staat.
Robert Murray MacCheyne