Liturgie Belijdenisdienst13.04.2019
ORDE VAN DE DIENSTwaarin openbare belijdenis van het geloof wordt afgelegd door:
Willem Johannes Orsel
Teunis Verweij
Aike Smid
op zondag 14 april 2019
om 09.30 uur
in de Hervormde Kerk van Onstwedde
Voorganger: ds. J.W. Baan, Veele
Organist: dhr. B. Wolfs
ORGELSPEL
LUIDEN KLOK
AFKONDIGINGEN DOOR DE OUDERLING VAN DIENST
INTOCHTSLIED: Psalm 72:1 en 10 (staande)
1. Geef, HEER, den Koning Uwe rechten,
En Uw gerechtigheid
Aan 's Konings zoon om Uwe knechten
Te richten met beleid.
Dan zal Hij al Uw volk beheren,
Rechtvaardig, wijs en zacht;
En Uw ellendigen regeren;
Hun recht doen op hun klacht.
10. Dan zal, na zoveel gunstbewijzen,
't Gezegend heidendom
't Geluk van dezen Koning prijzen,
Die Davids troon beklom.
Geloofd zij God, dat eeuwig Wezen,
Bekleed met mogendheên;
De HEER, in Israël geprezen,
Doet wond'ren, Hij alleen.
STIL GEBED
VOTUM EN GROET
ZINGEN: Lied 387: 1 en 2
1. Loof God, die mij, al wat ik heb misdreven
om Christus' wil genadig wil vergeven
daar Hij voor mij gerechtigheid verwierf
Hij wil mijn zonden nimmermeer gedenken
maar uit genade mij vergeving schenken
omdat zijn Zoon ook voor mijn zonden stierf.
2. God ziet mij aan, hoezeer ik ben verloren,
geneigd tot zonde sinds ik werd geboren:
een aard waarmee ik heel mijn leven strijd.
Ik hoef in zijn gericht niet om te komen,
want Christus heeft mijn schuld op Zich genomen,
o troost zo groot, reeds hier in deze tijd.
FORMULIER VOOR DE OPENBARE GELOOFSBELIJDENIS
Gemeente des Heeren, enige broeders verlangen nu in uw midden persoonlijk en openlijk belijdenis van het geloof af te leggen, opdat zij mogen delen in de volle gemeenschap van de kerk. Zij worden hierdoor tot het Heilig Avondmaal toegelaten en dragen medeverantwoordelijkheid voor de opbouw van de gemeente van Christus. Wij geloven en belijden dat God in Christus Zijn kinderen vergadert uit alle rassen en volken en hen verenigt tot één lichaam, waarvan Jezus Christus het hoofd is en wij de leden zijn. In de Heilige Doop wordt ons betuigd en verzegeld, dat wij in Gods genadeverbond opgenomen zijn. Daarom behoren wij als leden van Christus' gemeente gedoopt te zijn. Daarmee dragen wij Zijn merk- en veldteken. In het Heilig Avondmaal, waar Christus ons brood en wijn geeft als tekenen en zegelen van Zijn gekruisigd lichaam en Zijn vergoten bloed, verbindt Hij ons telkens opnieuw tot de waarachtige gemeenschap met Zichzelf en met elkaar. Zo verenigd met Christus, zijn wij geroepen met woord en daad Hem te belijden als Heere en Heiland, en Gods Koninkrijk te verkondigen en te verwachten. De kerkenraad heeft, na gevraagd te hebben naar uw geloof en kennis der waarheid, met vertrouwen en blijdschap in uw voornemen toegestemd. Daarom verzoek ik u, broeders, die nu belijdenis van het geloof wilt afleggen, op te staan en in dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis van de vaderen te antwoorden op de volgende vragen:
Ten eerste: Belijdt u te geloven in God, de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde, en in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere, en in de Heilige Geest?
Ten tweede: Aanvaardt u de roeping om, als lidmaat van de gemeente, die God Zich in Christus tot het eeuwige leven verkoren heeft, door Zijn genade tegen de zonde en de duivel te strijden, uw Heiland te volgen in leven en sterven, Hem te belijden voor de mensen en met blijdschap te arbeiden in Zijn Koninkrijk?
Ten derde: Wilt u, in de gemeenschap van de Protestantse Kerk in Nederland en onder haar opzicht, getrouw zijn onder de bediening van het Woord en de sacramenten, volharden in het gebed en in het lezen van de Heilige Schrift, en wilt u met de u geschonken gaven meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus?
Geliefde broeders in de Heere, nu u door uw belijdenis in alle voorrechten van het lidmaatschap van de Kerk van Christus delen mag, bedenkt te allen tijde dat u medeburgers van de heiligen bent en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Jezus Christus Zelf de hoeksteen is; in Hem wordt u ook mede gebouwd tot een woonstede van God in de Geest.
Gemeente van Jezus Christus, nu u de belijdenis van deze broeders hebt gehoord en hun toelating tot het Heilig Avondmaal hebt vernomen, bevelen wij hen aan in uw liefde en zorg, als leden, die met ons één zijn in de Heere. Gedenk de woorden van onze Heere Jezus Christus: Een nieuw gebod geef Ik u, dat u elkander liefhebt, gelijk Ik u liefgehad heb, dat u ook elkander liefhebt. Hieraan zullen allen weten, dat u discipelen van Mij zijt, indien u liefde hebt onder elkander.
ZINGEN: Psalm 134: 1 en 3 (staande)
1. Looft, looft nu aller heren HEER,
Gij zijne knechten, geeft Hem eer;
Gij, die des nachts Zijn huis bewaakt,
En voor Zijn dienst in ijver blaakt.
3. Dat 's HEEREN zegen op u daal';
Zijn gunst uit Sion u bestraal';
Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer;
Looft, looft dan aller heren HEER.
APOSTOLISCHE GELOOFSBELIJDENIS
ZINGEN: Lied 486: 1 en 4
1. 'k Heb geloofd en daarom zing ik,
daarom zing ik van genâ,
van ontferming en verlossing
door het bloed van Golgotha.
Daarom zing ik U, die stervend
alles, alles hebt volbracht,
Lam Gods, dat de zonde wegneemt,
Lam van God, voor ons geslacht.
4. Ja, 'k geloof, en daarom zing ik,
daarom zing ik U ter eer,
's werelds Heiland, Hogepriester,
aller heren Opperheer!
Zoon van God en Zoon des mensen,
o, kom spoedig in Uw kracht,
op des hemels wolken weder!
Kom, Heer Jezus, kom! Ik wacht.
GEBED
SCHRIFTLEZING :
Filippenzen 3: 7-14
7 Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus' wil als schade beschouwd.
8 Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere, om Wie ik dat alles als schade ervaren heb. En ik beschouw het als vuiligheid, opdat ik Christus mag winnen,
9 en in Hem gevonden word, niet met mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof in Christus is, namelijk de rechtvaardigheid uit God door middel van het geloof;
10 opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word,
11 om hoe dan ook te komen tot de opstanding van de doden.
12 Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen.
13 Broeders, ikzelf denk niet dat ik het gegrepen heb,
14 maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus.
Marcus 11: 1-11
1 En toen zij Jeruzalem naderden, bij Bethfagé en Bethanië, dicht bij de Olijfberg, zond Hij twee van Zijn discipelen uit,
2 en zij tegen hen: Ga naar het dorp dat voor u ligt, en zodra u er binnenkomt, zult u een veulen vinden dat vastgebonden is, waarop geen mens gezeten heeft; maak het los en breng het hier.
3 En als iemand tegen u zegt: Waarom doet u dat? zeg dan: De Heere heeft het nodig; en hij zal het meteen hierheen sturen.
4 En zij vertrokken en vonden het veulen vastgebonden bij de deur, buiten aan de straat, en zij maakten het los.
5 En sommigen van hen die daar stonden, zeiden tegen hen: Wat doet u, dat u het veulen losmaakt?
6 Maar zij spraken tot hen zoals Jezus bevolen had; en men liet hen gaan.
7 En zij brachten het veulen bij Jezus en wierpen hun kleren erop; en Hij ging erop zitten.
8 Ook spreidden velen hun kleren op de weg uit en anderen hakten twijgen van de bomen en spreidden ze op de weg uit.
9 En zij die vooropliepen en zij die volgden, riepen: Hosanna! Gezegend Hij Die komt in de Naam van de Heere!
10 Gezegend het Koninkrijk van onze vader David, dat komt in de Naam van de Heere! Hosanna in de hoogste hemelen!
11 En Jezus kwam Jeruzalem binnen en ging de tempel in; en nadat Hij alles rondom bekeken had en toen het al avond was, ging Hij met de twaalf de stad uit naar Bethanië.
COLLECTE (DIACONIE EN KERKBEHEER)
ZINGEN: Lied 143: 1, 2 en 4
1. Hef op uw hoofden, poorten wijd!
Wie is het, die hier binnen rijdt?
Begroet Hem, Heer der heerlijkheid
en Heiland vol barmhartigheid!
Hij geeft de wereld 't leven weer.
Juicht blijde, zingt uw God ter eer,
looft Hem, die sterk van daad
de deuren binnengaat.
2. Rechtvaardigheid is zijn bestel,
zachtmoedigheid zijn metgezel.
Hij draagt een kroon van heiligheid,
een scepter van barmhartigheid.
Hij maakt ons vrij, de angst verdwijnt,
Juicht, nu die Heiland ons verschijnt;
door Hem geschiedt Gods raad,
zijn heerschappij bestaat!
4. Hef op uw hoofden, poorten wijd!
Elk hart zij Hem ter woon bereid!
De palmen van uw eerbied spreidt
de weg langs, die uw Koning rijdt.
Hij komt tot u met troost en vreê
en brengt u heil en liefde mee.
Geprezen zij de Heer,
Hij geeft u 't leven weer!
PREDIKING
TEKST : Filippenzen 3: 12 t/m 14
ZINGEN: Psalm 89: 7 en 8
7. Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort!
Zij wand'len, HEER, in 't licht van 't Godd'lijk aanschijn voort;
Zij zullen in Uw naam zich al den dag verblijden;
Uw goedheid straalt hun toe; Uw macht schraagt hen in 't lijden;
Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen,
Maar Uw gerechtigheid hen naar Uw woord verhogen.
8. Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht;
Uw vrije gunst alleen wordt d' ere toegebracht;
Wij steken 't hoofd omhoog en zullen d' eerkroon dragen,
Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen;
Want God is ons ten schild in 't strijdperk van dit leven,
En onze Koning is van Isrels God gegeven.
DANKGEBED
ZINGEN: Lied 423: 1 en 3
1. Dank, dank nu allen God
met hart en mond en handen,
die grote dingen doet
hier en in alle landen,
die ons van kindsbeen aan,
ja, van de moederschoot,
zijn vaderlijke hand
en trouwe liefde bood.
3. Lof, eer en prijs zij God
die troont in 't licht daarboven.
Hem, Vader, Zoon en Geest
moet heel de schepping loven.
Van Hem, de ene Heer,
gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer,
de toekomst is zijn rijk.
ZEGEN
ORGELSPEL
Na de dienst bent u van harte welkom in d' Ekkelkaamp voor het nuttigen van een kopje koffie, waarbij u de gelegenheid krijgt de nieuwe lidmaten te feliciteren.