Kerstpuzzel 202002.12.2020
Ook dit jaar is er een puzzel voor u. We hopen veel lezers hiermee een plezier te doen.Neem er de tijd voor. Kijk hoever u komt zonder computer. Er is gebruik gemaakt van de Herziene Staten Vertaling.
De woorden en namen kunnen verschillen met die van andere vertalingen. Het is mogelijk dat er meer goede antwoorden zijn. Soms staat het antwoord in verschillende teksten. Eén is dan voldoende. De beginletters van de antwoorden vormen een bijbeltekst.
We vragen:
de antwoorden op de 78 vragen;
de plaats, waar de antwoorden op de vragen staan;
de tekst die door de beginletters gevormd wordt;
de plaats waar deze tekst te vinden is.
Als er een fout in de puzzel voorkomt, zal de betreffende vraag niet in de beoordeling worden meegenomen. We wensen u persoonlijk of als gezin goede en gezegende kerstdagen en een fijne jaarwisseling. We hopen veel inzendingen te ontvangen.
Graag ontvangen we de oplossing duidelijk getypt (of geschreven) en voorzien van naam en adres uiterlijk op 2 januari 2021. U kunt uw antwoorden sturen naar:
T. Ras Hoofdweg 98 9695 AM Bellingwolde
Mailen kan ook.
Veel puzzelplezier!!
Kerstpuzzel 2020
(IJ = I EN J)
Wie zei:
1 Ik ging vol weg, maar de HEERE heeft mij leeg laten terugkeren.
2 Want ik zag onder de buit een mooie kostbare Babylonische mantel, ….
3 Och, of allen van het volk van de HEERE profeten waren, dat de HEERE
Zijn Geest over hen gaf!
4 Ga, en verzamel alle Joden die zich in Susan bevinden, en vast voor mij:
5 Omdat je familie van mij bent, hoef je toch niet voor niets voor mij te werken ?
6 Wat is er, dat uw geest somber gestemd is en dat u geen voedsel tot u neemt?
7 Ik zal U niet laten gaan tenzij U mij zegent.
8 Mijn misdaad is te groot om vergeven te worden.
9 Stel uw dienaren toch tien dagen op de proef, en laat men ons plantaardig voedsel geven,
10 U overtuigd mij bijna om christen te worden!
11 Mijn HEERE en mijn God!
12 Ga erheen en doe nauwkeurig onderzoek naar het Kind,….
13 Als ik genade heb gevonden in de ogen van de koning,
14 Vrede voor u, vrede voor uw huis en vrede voor alles wat u hebt!
15 Luister, wijzen naar mijn woorden, en verstandigen, hoor mij aan.
16 Was u en u zult rein zijn!
17 Ik weiger te komen op het woord van de koning, (niet letterlijk)
18 Terwijl ik, uw dienaar, vanaf mijn jeugd de HEERE vrees.
19 De buurvrouwen gaven hem een naam. Zij zeiden: …….. (gedeeltelijk)
20 Nu dan , mijn zoon, luister naar mijn stem: Sta op, vlucht naar Haran,
21 Zou ík dan naar mijn huis gaan om te eten en te drinken….?
22 Genoeg! …. Ik zal gaan, Ik wil hem zien voor ik sterf.
23 Ga heen, keer terug, ieder naar het huis van haar moeder.
24 O koning, leef in eeuwigheid!
25 Want wij zijn verkocht, ik en mijn volk,
26 Spreek want UW dienaar luistert.
27 HEERE, wij weten niet waar U heengaat, en hoe kunnen wij de weg weten?
28 Ruk de gouden ringen, die uw vrouwen uw zonen …., en breng ze bij mij.
29 Is er soms nog iemand van het huis van Saul, ?
30 Zeg God vaarwel en sterf.
31 HEERE, wilt U dan echt een onschuldig volk doden?
32 Rabbi, wij weten dat U van God gekomen bent als leraar,
33 De Filistijnen over je,
34 Kom binnen, vrouw van Jerobiam!
35 Van de vrucht van de bomen in de hof mogen wij eten,
36 Is het vrede, Zimri, moordenaar van zijn heer?
Tegen wie /van wie / over wie werd gezegd:
37 HEERE, neig Uw oor, verhoor mij, want ik ben ellendig en arm.
38 Hebt u niet een verbod ondertekend …..?
39 Wie wordt aangesproken met mensenkind ?
40 Toen hij naar buiten kwam, kon hij niet tot hen spreken.
41 Mijn zoon, geef de HEERE, de God van Israël, toch de eer …
42 Zij had fletse ogen,
43 Neem toch uw zoon, uw enige,
44 Toen ging hij bij hem weg, melaats, wit als sneeuw.
45 IK BEN DIE IK BEN.
46 En in uw Nageslacht zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden.
47 U zult dolend en dwalend over de aarde gaan.
48 En hun ogen werden geopend, en zij herkenden Hem,
49 Zie, zij kwam de stad uit, met de kruik op haar schouder,
50 De HEERE is met u, strijdbare held!
51 Jezus Christus maakt u gezond; sta op en maak voor uzelf uw bed op!
52 Sta op, want dit is de dag waarop de HEERE Sisera in uw hand gegeven heeft.
53 Ik doe een beroep op u ten behoeve van mijn zoon, die ik heb voortgebracht toen ik in boeien geslagen was,
54 Zij deed van blijdschap de deur niet open,
55 Hij is inderdaad ook ziek geweest, tot dicht bij de dood,
56 Bent u de leraar van Israël en weet u deze dingen niet?
57 Wie is die man die ons in het veld tegemoet komt lopen?
58 Is uw komst met vrede?
59 Zij liep ernaartoe, vulde de zak met water en gaf de jongen te drinken.
60 Nee maar, zie, zij is uw vrouw! Hoe kunt u dan zeggen: Zij is mijn zuster?
61 Zie, uw schoonvader gaat naar T. om zijn schapen te scheren.
62 Zegen mij, ook mij, mijn vader!
63 Laat het geld met u naar het verderf gaan, omdat u dacht dat Gods gave door geld verkregen wordt!
64 Sta op, ik ben zelf ook maar een mens.
65 Doe wat goed is in jouw ogen; blijf hier tot hij van de borst af is;
66 Keer ook terug, je schoonzuster achterna.
67 Zo zegt de HEERE: Mijn Zoon, Mijn eerstgeborene, is ….
68 Ik ben Jezus, Die u vervolgt.
69 Breng haar de stad uit en laat haar verbrand worden!
70 Hij strekte zijn hand uit …..omdat de runderen struikelden.
71 Zeg mij, hebt u beiden het land voor zoveel verkocht?
72 Omdat hij de tegenwoordige wereld heeft lief gekregen.
73 Deze is vast en zeker voor de HEERE ZIJN gezalfde.
74 Regel de zaken van u huis, want u zult streven en niet leven.
75 Man Gods, de dood is in de pot!
76 Hij werd doodgeslagen en in het zand verborgen.
77 Als u deze zaak niet bekend maakt, zetten wij ons leven in om in uw plaats te sterven.
78 Hij heeft met spreken gewacht, omdat zij ouder van dagen zijn dan hij.