Kerstpuzzel 202129.11.2021

Ook dit jaar is er weer een nieuwe kerstpuzzel. Beantwoord alle vragen en noteer de Bijbeltekst erbij waar de antwoorden zijn gevonden. De beginletters van de antwoorden vormen samen een nieuwe Bijbeltekst. Noteer ook waar deze tekst in de Bijbel te vinden is. Voor de foutloze inzendingen worden bonnen van de Boekentafel beschikbaar gesteld.

Het is mogelijk dat het antwoord op meerdere plaatsen in de Bijbel te vinden is, één Bijbeltekst is dan voldoende. Er is gebruik gemaakt van de Herziene Statenvertaling.

Voor de kinderen is een speciale kinderpuzzel toegevoegd. Ook voor hen zijn er prijsjes te verdienen! Doen jullie allemaal mee?

Graag ontvangen we de oplossingen, voorzien van naam en adres, uiterlijk 1 januari 2022.

We wensen u en jou veel puzzelplezier!

 

Antwoorden kunnen gestuurd worden naar:
Gerben en Marleen Huiting, Dorpsstraat 20, 9591 AT Onstwedde
of per e-mail.

 

  1. Welke profeet sprak opnieuw het oordeel van God uit over Ninevé ?
  2. Medearbeider van Paulus.
  3. Welke gemeente moest de Kolossenzenbrief ook lezen ?
  4. Op welke berg bleef de ark vastzitten?
  5. Dit beest beet zich vast in Paulus hand.
  6. Waarmee werd Kaїn gemerkt zodat niemand hem zou doden?
  7. Wat hoort bij de tummim in de borsttas?
  8. Wie werd door Jezus een vos genoemd?
  9. De naam van een stormwind?
  10. Waaronder werd de voedster van Rebekka begraven?
  11. Door wie werden brood en vlees bezorgd?
  12. Hij werd door slaap overmand en viel uit het venster.
  13. Kleinzoon van Levi.
  14. Hier las Ezra de wet van Mozes in de zevende maand.
  15. Wie had een afgebroken olijfblad in z’n snavel?
  16. Van welk materiaal was de troon van Salomo gemaakt?
  17. Wie werd als kaalkop bespot?
  18. Tegen wie zei Filippus: “Kom en zie”?
  19. Hij werd drie keer uit bed geroepen?
  20. Wat werd er op de weg gelegd tijdens Jezus’ intocht?
  21. Op welke berg legde Elia zijn gezicht tussen zijn knieën?
  22. Hij was schenker van de koning.
  23. Een geest liet het haar van zijn lichaam te berge rijzen.
  24. Wie was stadhouder toen er een gebod uitging van keizer Augustus?
  25. Waar werden allen mee vervuld op het Pinksterfeest
  26. Wat woog het hoofdhaar van Absalom?
  27. Hij klopte tarwe uit in de wijnpers.
  28. Door het geloof bracht hij een beter offer dan zijn broer.
  29. Wat namen de elf broers o.a. mee, naast het dubbel geldbedrag?
  30. Wie kan twee heren dienen?
  31. Zoon van Lea.
  32. Broer van Abraham.
  33. Hoeveel mannen heeft de Samaritaanse vrouw gehad?
  34. Een door Farao gebouwde voorraadstad?
  35. Schoonvader van Achab.
  36. Door hoeveel man, die het water opgelikt hadden, zou de Heere verlossen van Midian?
  37. Een koning met grote omvang.
  38. Het beroep van Sifra en Pua?
  39. Welk sterrenbeeld wordt er genoemd in het boek Job?
  40. Wat wordt er door een richter uiteengescheurd?
  41. Wie was zes el en een span lang?
  42. Hier sloegen Saul en zijn mannen hun kamp op.
  43. Waar legt de zwaluw haar jongen?
  44. Bij welke poort lag het badwater Bethesda?
  45. Eén van de woorden geschreven op het pleisterwerk?
  46. U hoort zijn geluid maar weet niet waar hij vandaan komt.
  47. Aan hem werden 2 penningen gegeven met de woorden “Zorg voor hem”.
  48. Een goede naam is beter dan goede ……., aldus een wijze koning.
  49. Wat moest een melaatse roepen?
  50. Wat deed Jacob om zijn middel, na het scheuren van zijn kleren?
  51. Wie zegt in zijn hart er is geen God?
  52. Welke arbeid was nachtwerk voor Boaz?
  53. Wiens schedel werd verbrijzeld door een stuk molensteen?
  54. Wie onderwijzen mij in de nacht?
  55. De hoeveelste plaag was de plaag met kikkers?
  56. Wat viel van Elia af bij zijn hemelvaart?
  57. Welk geleende kwam bovendrijven door een stuk hout in het water te gooien?
  58. Kan uit dit dorp iets goeds komen?
  59. Waaronder moest Jeremia de lompen en touwen doen om hem uit de put te trekken?
  60. Waar ging Lot wonen samen met zijn twee dochters?
  61. Hij werd achtennegentig jaar en zijn ogen waren star geworden.
  62. Hij bezat een wijngaard die in Jizreёl lag.
  63. Een tegenstander van Salomo die de HEERE liet opstaan.
  64. Waar reden de zonen van Jaїr op?
  65. God was met de jongen, hij woonde in de woestijn en werd ……
  66. Twee van de discipelen kregen deze naam.
  67. Wie zag de ezelin op zijn pad staan, met getrokken zwaard?
  68. Wie moet u liefhebben als uzelf ?
  69. Tot wie sprak Agur o.a. zijn last?
  70. Tegen wie werd gezegd: “Trek uw zwaard en doorsteek mij?
  71. Waardoor werd het water in Jericho weer gezond?
  72. In welke maand vertrokken de Israёlieten  uit Egypte?
  73. Grootmoeder van Timotheüs?
  74. Zo werd Jacob door God genoemd.
  75. Waarmee dreef Jezus de tempel leeg?
  76. Hoe werd Paulus in Lystre genoemd omdat hij het woord voerde?
  77. Hoe wordt Barjezus vertaald?
  78. Wie werd met verzorgde ogen en kapsel, in opdracht, naar beneden gegooid?
  79. Wat oogst men niet van doornstruiken?
  80. Waar werd de ark van gebouwd?
  81. Zoon van Isaї.
  82. Hij werd uit een boom geroepen.
  83. Waar wil Johannes niet mee schrijven?
  84. Wat was het beroep van Paulus’ gastheer in Caecarea?
  85. Wie nam een last aarde mee naar zijn thuisland?