Hemelvaart

Tekst: Handelingen 1: 9-11

Wij kunnen ons afvragen of de Hemelvaartsdag eigenlijk wel een feestdag is. We herdenken dan het weggaan van Jezus Christus van deze wereld. Is dat een reden tot blijdschap? We krijgen eerder het gevoel van een zekere verlatenheid, net als de discipelen, die verbaasd, misschien wel wat verontrust, de ten hemel varende Christus nakeken. Dat was best te begrijpen. Ze hadden de vreugde beleefd van Pasen: hun dode Jezus leeft. Ze hadden de blijdschap ervaren in de hernieuwde gemeenschap en in gesprekken. Nu gaat Hij weg. Terwijl Hij zegenend Zijn handen over hen uitbreidt, vaart Hij op. De discipelen staren Hem na, totdat een wolk Hem voor hun ogen verbergt. Is het nu een feest of niet?

De engelen zeggen met nadruk: het is feest! De Hemelvaart moet vreugde voor u zijn, Hij die gaat, komt. Wij moeten Hemelvaart zien in het licht van het einde. Jezus Christus voer op om het einde voor te bereiden. Viert feest discipelen! Want Hij, die daar opvaart, is de overwinnaar van de zonde en dood, die terugkeert in Zijn hemels paleis om u ten goede daar te zijn.

Eerst heeft Hij die hemelse woning verlaten: als een veldheer, die uittrekt om de vijand te bevechten. Hij is niet uitgetrokken met een zwaar leger, maar alleen. De vijand, die Hij ging bestrijden, was de machtigste, die bestaat: de zonde en de dood. Voor die strijd werd Gods Zoon mens. Dat vieren we op het Kerstfeest. Dat was nog maar het begin. Het wordt steeds erger, het lijden wordt steeds zwaarder, de vijandschap steeds groter, de machten de hel vallen op Hem aan, de toorn Gods benauwt Hem. Toen stierf Hij. Het was Goede Vrijdag en het leek of de duivelen juichen konden en de zonde voor eeuwig had getriomfeerd. Maar het werd Pasen: Hij was sterker dan de dood. Het leven overwon. Hemelvaart is: Hij keert terug, dragende de tekenen der overwinning, langs juichende engelen om zijn rechtmatige plaats in te nemen en te werken om alles klaar te maken voor de eindoverwinning. Hij werkt aan het grote doel: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde: zonder satan, zonder zonde, zonder dood. Daarom: niet opzien naar de hemel in die zin dat onze hoop weg is, dat alles een illusie blijkt, maar opzien naar de hemel in de vreugdevolle verwachting, omdat Hij die ging, komt.

Hemelvaartsdag vieren is vooruitzien, biddend, gelovend vooruitzien.
De Hemelvaart van Christus is de kroon op Zijn werk. Daarom kan Zijn kerk hier op aarde vooruit, kan ze de strijd aan in de kracht van Zijn overwinning. En we herinneren ons aan Zijn Woord, vlak voor de Hemelvaart gesproken: Zie Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld. Hij laat de zijnen niet in de steek. Hij is veel dichter bij dan vóór de Hemelvaart. Hij wil wonen in het hart. Dat is het wonder: Hij is weggegaan en gebleven. Hij troost en versterkt. Hij richt de ogen op de toekomst, die vol is van genade.
Hemelvaart is overwinningsfeest, waarvan wij de vreugde en de rijkdom verstaan, als wij beseffen hoe zwaar de strijd is geweest, hoe groot de macht van de zonde, hoe zwaar de schuld, wat er moest gebeuren voor die schuld verzoend was en de zonde overwonnen. Dan zien we het wonder van die Christus, die ten hemel voer en bleef heel dichtbij.

Tot het geloof in die gekroonde overwinning worden we geroepen. Om onze schuld en zonde voor Hem te belijden en door Hem te laten overwinnen en verzoenen. En ons door Hem te laten stellen in de strijd waarvan de overwinning zeker is. De goede strijd van het geloof tegen de zonde is ons en buiten ons, tegen onszelf de strijd voor het Koningschap van Christus in degrote en kleine dingen.
Die strijd wordt gevoerd, biddend om de Heilige Geest. De uitslag is zeker. Want hij die heenging, is gebleven en Hij komt.

Overgenomen uit Hervormd Onstwedde mei 1963
Uw scriba