De mus en de zwaluw

Tekst: Psalm 84 : 4
“Zelfs vindt de mus een huis en de zwaluw haar nest, waarin zij haar jongen legt: bij Uw altaren,”

Thema: De mus en de zwaluw.
Twee vogels worden in deze psalm genoemd. We kennen ze ook in ons eigen land. Ze komen zoveel voor, dat we daar weinig aandacht aan besteden. De bruine mussen met hun vrolijk gekwetter, ze weten de voederbak bij onze huizen te vinden. De zwaluwen zien we vooral in de zomerperiode. We kennen de uitdrukking dat één zwaluw nog geen zomer maakt. We kennen ze van hun snelle vlucht en de kenmerkende zwaluwstaart. Deze vogels komen ook in het land Israël voor en ze hebben een plaats gekregen in Psalm 84. Wie let er op deze vogels? In ieder geval de dichter. Wat zegt hij over deze vogels tot ons?
Wat heeft de psalmdichter gezien? Wat is hem opgevallen? Hij ziet deze vogels leven rondom de tempel en het tempelplein in Jeruzalem. Te midden van de mensen die daar komen, hebben ze een plekje gevonden en vinden daar hun kostje. Ze hebben daar hun plekje zó gevonden, dat ze bij de tempel hun nestjes bouwen, eieren leggen en voor hun jonge vogels zorgen. Dat beeld staat op het netvlies van de dichter. Dat heeft hem geraakt. De HEERE, Die te midden van Zijn volk wil wonen, is ook de Schepper van de mus en de zwaluw. Ze zijn het werk van Zijn handen. Elk vogeltje is een werkstuk uit Zijn hand. Deze God zorgt ook voor deze overbekende vogels. Hij geeft ze te eten. Niet alleen maar in het open veld, niet alleen maar tussen de huizen en op de pleinen, maar zelfs rondom Zijn huis, de tempel. Zo goed zorgt Hij voor hen. En hoeveel gaat een mens de mus en de zwaluw te boven? De mus en de zwaluw maken Gods trouwe zorg over ons zichtbaar.
Als we de psalmdichter zo op het tempelplein naar de mus en de zwaluw zien kijken, dan beseft hij het voorrecht van deze vogels, deze alledaagse vogels. Ze hebben iets, wat hij zelf niet heeft. Deze vogels leven rondom de tempel, elke dag opnieuw. Zij leven dichter bij het huis van God, dan de dichter zelf.
Met de mus en de zwaluw komen we bij de boodschap van deze psalm uit. Het intense verlangen, niet alleen maar om te komen bij het heiligdom, maar ook het verlangen om in het huis van de Heere te blijven. Dit verlangen wordt bezongen in meerdere verzen. Hoe goed is het in het huis van de Heere. Daar woont Hij Zelf, daar wordt Zijn heil verkregen. Daar zijn de altaren. Daar worden de offers gebracht. Daar wordt de verzoening van de zonden zichtbaar. De altaren met de offers wijzen heen naar het grote offer van Heere Jezus. Hij gaf Zijn leven aan het kruis, tot een volkomen verzoening van al onze zonden. Daar wordt de zegen uitgesproken en ontvangen. Daar is de lofzang op onze God. Daar is het leven.
We zingen deze psalm. Zelfs vindt de mus een huis, o Heer. Het is goed om stil te staan bij de woorden van de psalm. Wat zingen we?
Het is goed om na te gaan of we de psalm ook oprecht meezingen, met het hart. Hoe staat het met ons verlangen naar Gods huis? Kennen we het heimwee naar de zondag, de samenkomst van de gemeente, de opening van het Woord en de verkondiging van het Evangelie? Juist aan het begin van het nieuwe jaar. Wat staat ons te wachten? Wat gaat er allemaal gebeuren? Wie zal ons het goede doen zien? Wie zal ons bewaren? We kunnen niet buiten de zegen van de Heere.
Wie de psalm zingt, meezingt, die ontdekt iets bijzonders. Het zingen doet wat met ons. Door het meezingen gaan we ons de inhoud eigen maken. Door het zingen heen richten we onze blik en aandacht op het huis van God. Zo werkt de Heilige Geest. We zien met de psalmdichter uit naar het heil van God.
De dichter ziet de mussen en de zwaluwen vliegen rondom de tempel. Hoe goed is het daar, hoe goed hebben ze het daar. Het zien van deze vogels vertolken zijn verlangen. Mocht ik als die mus en zwaluw zo daar wonen. Ze zijn ook een belofte. Zoals die mus en die zwaluw wonen en leven bij Gods huis, zo zal de Heere het maken voor een ieder, die op Hem vertrouwt. Daar is een belofte van het thuiskomen in het Vaderhuis, een wonen in Zijn huis. Die mus en die zwaluw rondom de tempel. Zo zal mijn leven door genade worden. Thuis bij Hem. Die éne zwaluw bij de tempel, die maakt nog geen zomer, maar is wel een zekere voorbode.

Ds. J.M. Viergever